Waarom deze verhalen: Ik kwam op het idee door een column in de krant van iemand die werkt als verpleegster. Het is heel herkenbaar wat zij beleeft en deze keer was dat een patiënte, die een gestorvene zag. Deze beschreef herkenbaar de persoon die kort tevoren in die zelfde kamer overleden was. Maar de instructies voor de verpleging gaan er van uit, dat zoiets onmogelijk is. Hen wordt geadviseerd de patiënt gerust te stellen en te zeggen dat er voor hen, de frisse gezonde verpleging, op die plek echt niemand te zien is. Ja, dat lijkt een sympathieke aanpak. Maar mijn ervaring als arts en regressietherapeute (en docente) is, dat het zien van een pas gestorvene wel degelijk mogelijk is. Er zijn heel wat gestorvenen, die nog ronddwalen en er zijn mensen, die hen waarnemen. En mijn ervaring is ook, dat je beide kunt helpen. Degene die ze ziet of voelt kun je helpen de overledene de weg te wijzen naar de andere wereld, die van het licht. Met name het feit dat de verpleegster hier te maken kreeg met de paniek van de patiënte die de geest zag, haalde me over de streep om hier iets meer over te vertellen. Vroeger werden er veel spookverhalen verteld; men zag spoken. We leerden dat 'spoken niet bestaan' en nu is ook die makkelijke tijd, waarin we alleen maar geloofden in wat materieel bestond, weer verleden tijd. Toch is er iets veranderd: we kunnen leren ze te helpen.
Wat zinvol is om te weten over gestorvenen
Een jong gestorven kind blijft vaak bij de moeder of bij een broertje of zusje, omdat het nog niet kan loslaten. Het wil die verbinding ervaren en ook zo graag groot worden, meemaken hoe dat is.
Een zelfmoordenaar blijft vaak lang rondspoken, steeds in de buurt van depressieve mensen. Hij helpt ze onbewust om hun zelfmoordwensen in daden om te zetten omdat hij meent dat zijn eigen zelfmoord nog steeds niet gelukt is. Hij wilde sterven omdat hij overal van af wilde zijn. Maar hij is er nog steeds, alleen wil niemand hem meer, lijkt het wel. Hij meende dat alles zou ophouden, maar het is niet opgehouden; eerder erger geworden. Dus bij een nieuwe poging is hij er vaak weer bij.
Alle gestorvenen zijn in de zielenwereld, maar die is hier. De hemel en de hel, alles wat onstoffelijk is kan tegelijk op een zelfde plek zijn. Het neemt niet, zoals de stoffelijke materie een eigen ruimte in. Toch bestaat daar zoiets wat lijkt op 'plaats' en op 'oriëntatie'. Maar dat is energie. En daar trekt elkaar aan wat op elkaar lijkt. Daarom hoeft het niet echt te verbazen, dat de mensen die iets van een spook opmerken meestal meer dan één gestorvene aantreffen!
Het betekent ook, dat gestorvenen die alleen maar door 'dingen' van stoffelijke materie worden aangetrokken heel dicht bij die aardse materie blijven. Daar zit hun energie. Daarom gaan gelovige mensen echt vaak naar de hemel. Daar heen wordt hun energie getrokken. Zo vinden gestorvenen ook hun eerder overleden dierbaren terug!
Gestorvenen, die rond blijven hangen, gaan door met leven, maar niet meer in hun lichaam. Soms zijn het aardige en behulpzame ouderen. Vooral kinderen, die het moeilijk hebben, schieten ze vaak te hulp. Dat kan goed zijn voor het kind, maar soms blijven ze te lang. Dat is omdat ze geen tijd meer beleven. Wanneer het kind dan zelf volwassen is, moet zo'n bejaarde helper of helpster weer verdwenen zijn. Dat gaat allemaal goed, wanneer de gestorvenen goed beseffen dat ze dood zijn en dat ze op een zeker moment als ziel verder kunnen reizen en de aardse sfeer verlaten. Echter, als je niet kunt loslaten vóór je sterft, kun je dat meestal ook niet als je sterft. Wat je niet kunt loslaten zijn de dingen en mensen waar je van houdt, maar ook juist die je haat en die waarbij je nog iets dwars blijft zitten.
Dat moet je als mens, en vooral als senior dus van je zelf weten. Van wie houd ik erg veel? Kan ik die liefde op aarde achter me laten? Of juist mee naar de hemel nemen? Als het een echte liefde is houdt die ons niet vast en hoef ik er niet voor op aarde te blijven. Dan zien we elkaar terug als de tijd van sterven voor die ander ook gekomen is. Wie haat ik? Kan ik die haat loslaten, of kan ik er een vurig offer van maken? Kan ik die ander begrijpen? Kan ik vergeven? Van wie zit mij nog iets dwars? Wat?
Over de inhoud: Aan de hand van zestien voorbeelden uit mijn praktijk laat ik zien hoe die moderne spoken bestaan, wat ze doen en hoe ze geholpen kunnen worden. Zoals U zult zien is er geen algemeen recept mogelijk, want ze zijn heel verschillend. Doe dit soort werk alleen onder deskundige begeleiding!
Over mijn werk: Regressietherapie is een woord dat slaat op regressie: teruggaan. Enerzijds heb je het dan over mensen of kinderen die de problemen waar ze in terecht zijn gekomen niet meer aankunnen en daarbij 'terugvallen' in hulpeloos gedrag. Anderzijds blijkt de reden, dat problemen zo onoplosbaar kunnen zijn vaak een verdrongen trauma, dat plaatshad op een moment, dat men werkelijk hulpeloos was, zoals bijvoorbeeld op heel jonge leeftijd. In de therapie ga je terug naar toen.
Met therapeutische begeleiding kan men dat bewust herbeleven, maar nu niet langer hulpeloos, maar volwassen, onder begeleiding en in een beschermde omgeving. Daardoor kan men er nu heel doorheen komen. Regressietherapie werd pas reïncarnatietherapie genoemd, nadat men ontdekte dat het teruggaan naar de traumatische wortels van onbegrepen klachten niet alleen maar tot in de vroege jeugd kan voeren, maar nog verder terug. Men stuit bijvoorbeeld op ervaringen uit de periode in de baarmoeder, zoals dreigende miskramen of abortuspogingen of ziekten in die tijd. Ook duiken vaak traumata op uit een nog veel verder verleden, zoals uit vorige levens en rond de vorige dood. In principe wordt een aardeleven na het sterven in de zielenwereld verwerkt en wordt van daar uit in de geestelijke wereld een nieuw leven voorbereid. Het zielenland is in mythen terug te vinden als de rivier der vergetelheid, die je tussen de verschillende bestaanswijzen moet oversteken. Niet alles kan in het zielenrijk en in de geest verwerkt worden; datgene wat op aarde moet worden hersteld noemen we karma. Dit blijft achter in het zielenland en als de entiteit met nieuwe plannen uit het geestelijke vaderhuis vertrekt voor een nieuw aards leven, krijgt hij in het zielenland dit pakje weer mee.
In tijden van grote materiële ontwikkeling, zoals we nu doormaken, zijn veel mensen hierdoor zo in beslag genomen, dat ze het bestaan van die andere niveaus, de ziel en de geest, totaal vergeten of ontkennen. Het gevolg is, dat ze na hun dood op aarde blijven. Dat is de enige bestaansvorm die ze kennen. Gevolg is dat ze niet verder kunnen. Het enige wat ze kunnen is aanhechten bij levenden of gaan spoken. Soms worden ze opgehaald door eerder gestorven verwanten of vrienden, die wel verder konden.
Onverwerkte sterfervaringen zijn hindernissen, zowel voor de gestorvenen als voor de nog levenden. De meeste levenden zien je niet, maar voelen wel iets dat ze hindert. En degenen die je wel zien, jaag je meestal de stuipen op het lijf. Niet goed sterven betekent niet alleen, dat het voor de levenden niet zo prettig is dat je blijft rondspoken, maar ook vaak dat je zelf te snel weer geboren wordt en nog last hebt van dat onverwerkte verleden. Dat hoeft niet! Gelukkig kun je er met veel succes aan werken. Goed gestorven zijn vóór je aan een nieuw aardeleven begint maakt het nieuwe leven heel wat aangenamer. Net als goed geslapen hebben voor je aan een nieuwe werkdag begint.
Vanuit mijn werk als regressietherapeute heb ik heel wat moderne spoken leren kennen. Ouderwetse spoken kennen we vooral uit oude volksverhalen. Dat is niet zo gek als je bedenkt, dat ze geen elektrisch licht hadden. Hun licht waren kaarsen of olielampen, die grote en vaak flakkerende schaduwen maakten in een verder donkere of schemerige omgeving. Kaarsen, open haardvuur of het flauwe licht van het vuurtje in de kachel. In een donkere omgeving met beweeglijke schaduwen ziet iedereen eerder spoken dan in een strakke helder verlichte ruimte. Zo'n vuur buiten op een zomeravond vráágt ook in onze tijd nog steeds om zulke enge spookverhalen. Maar ze zijn er dus ook wel degelijk echt.
Vanuit het spook gezien is die duisternis ook aangenamer: hij voelt zich in het donker juist wat meer op zijn gemak. Hij wil meestal liever niet gezien worden. Hij is bang dat de levenden van hem schrikken! Of dat ze hem gewoon niet willen! Want ze hebben het gevoel nog te leven, maar bovendien de ervaring, dat anderen denken, dat ze dood zijn. Ook worden zij door vrijwel iedereen genegeerd. De meesten zijn gestorvenen, die bij hun huis, hun werk of hun familie blijven. Soms omdat ze niet weten, dat hun lichaam al gestorven is en vaak omdat ze gewoon niet weten waar ze anders heen kunnen gaan. Ze hebben nooit in een hiernamaals kunnen geloven. Hier volgen hun verhalen.
1 Een zachte dood
Een van mijn cliënten vertelde wel eens hoe hij, afgezien van zijn probleem en de regressietherapie die we daarvoor deden, regelmatig even langs ging bij zijn stokoude schoonmoeder. Hij vertelde toen dat het een kwiek en vief oud mensje was, dat zelf verbaasd was, dat ze zó oud was geworden. Eigenlijk zou het wat haar betreft wel voorbij mogen zijn, en ze vertelde, dat ze hoopte op een zachte dood, in haar slaap. Elke avond wenste ze zich dat stilletjes toe, maar elke ochtend als ze weer wakker werd, constateerde ze even vrolijk, dat het niet was gebeurd. Dan zei ze : 'Ik ben er nog'! Deze keer vertelde mijn cliënt, dat het nu inderdaad zo gegaan was: volkomen onverwacht (vanuit haar gezondheid bekeken) was ze een paar dagen eerder in haar slaap gestorven. Precies zoals ze gewenst had. Daarna begonnen we aan zijn sessie en daar gebeurde iets merkwaardigs.
Tijdens zo'n sessie sluit je je zintuigen grotendeels af voor de indrukken van het hier en nu. Daardoor kan je je bewustzijn sterk concentreren en ben je gefocust op wat er gebeurt in de binnenwereld of zielenwereld. Hoewel dat dus ook wel de binnenwereld heet, moet je niet denken, dat dat in de ruimte binnen je lichaam is. Wat onze lichamen betreft hebben we een heel duidelijke grens, onze huid. In je ziel echter kun je dezelfde ruimte delen met andere zielen. Veel mensen houden er van om feesten of andere evenementen met veel mensen te delen. Op zulke momenten ervaar je dat één zijn van de zielen. Die zielenwereld is echter de wereld waarin de gestorvenen, die niet echt 'weg' zijn gegaan, ook verblijven. Mensen die spoken zien, zien ze dus in die zielenwereld. Opeens, zomaar ergens in de sessie, riep de cliënt verrast uit: Daar is ze! Hij zag zijn schoonmoeder. Ze was blij hem te zien en ze dacht dat hij weer eens langs kwam. Ik zei: Vraag haar eens of ze weet, dat ze gestorven is? Hij: Nee hoor, zegt ze, kijk maar, ik ben er nog! Het (op zich natuurlijk ook wel grappige) probleem van het door velen als ideaal geziene sterven in je slaap is dat je het dan zelf niet merkt. Je weet het niet. En je hebt van de mensen om je heen ook geen afscheid kunnen nemen.
Als je dan al lange tijd de gewoonte hebt bij het wakker worden te denken 'ik ben er nog' dan ga je daar gewoon mee door. Zonder te merken, dat je lichaam niet meer mee doet. Zonder te merken, dat je er nog wel bent, maar niet meer in de dagelijkse wereld van de dingen. C vertelt haar nu, dat haar wens is uitgekomen. Ze kan het niet geloven, en daarom laat ik de cliënt visualiseren hoe men haar gevonden had. Hij was zelf gewaarschuwd en was er dus geweest. Hij kon haar nu laten zien hoe men haar gevonden had, hoe het hart niet meer geklopt had en het lichaam koud was geworden. Hij liet de bloemen zien en de begrafenis. Het drong tot haar door. Ze begon blij te worden, dankbaar dat ze gestorven was, maar óók, dat ze nu echt afscheid kon nemen. Dat ze de aardse wereld mocht loslaten en de andere kant op mocht gaan. Waar ze in het licht degenen zou terugvinden die haar al waren voorgegaan. Het was voor zowel de cliënt als voor het oude mensje nu een mooie zachte dood en ook nog een mooi afscheid geweest.
2 De regenboog
Een oude dame, al tegen de tachtig is ze, klaagt over haar rug, een stijve nek, hartkloppingen en buikpijn. Maar bovendien lijdt ze aan slapeloosheid en nachtmerries terwijl ze overdag soms in slaap valt. Sinds anderhalf jaar is ze weduwe. Ze hadden een goed huwelijk gehad. Haar man was een vriendelijk en voorkomend mens geweest. Zijn levensinstelling was nuchter en praktisch geweest en als materialist was hij van één ding overtuigd: met je dood houdt alles op. Ik vraag wat meer over haar nachtmerries. Het blijkt, dat ze er altijd kletsnat en alsof ze bijna gestikt is, weer uit wakker wordt. In die dromen wordt ze steeds geslagen en daarom loopt ze dan meestal maar wat in huis rond tot half zes en slaapt dan nog tot een uur of acht, negen. Het erge is, zegt ze: Hij was altijd zo goed en zo vriendelijk en in deze vreselijke dromen neemt hij me de kinderen af, en hij slaat en bestraft mij en hij woont niet meer bij me – ik heb gewoon in mijn eigen bed nu geen plaats meer.
In de sessie ziet ze hem onmiddellijk, hoewel hij er wel twintig, nee, wel dertig jaar jonger uitziet dan op het tijdstip van zijn overlijden. Hij kijkt wat gereserveerd. Als ze hem vraagt waarom hij zo gereserveerd lijkt, schijnt hij haar niet te horen. Als ze dan echter vraagt: Hoor je mij Victor? Kijkt hij opeens op en wijst haar op het oppervlak van een wijd water. De vele golfjes en de hemel zijn grijs en winderig. Verrast roept ze dan uit: Maar dat is zijn lievelingsplek! Daar hebben we, op zijn wens, ook zijn as uitgestrooid! Dan komt het gesprek tussen hen op gang, waarbij ik, indien nodig haar een volgende vraag voorstel. Zij: Ja, je bent hier dus op de plek, op jouw lievelingsplek, waar we je stoffelijke resten hebben uitgestrooid... Hij: Maar ik ben er nog! Zij: Weet je, de ziel is onsterfelijk. Zielen kunnen zich verder ontwikkelen, ook als de lichamen dood zijn.. Hij: Ik weet niet of ik dat wel wil. We vertellen hem van de weg die de ziel na het sterven kan gaan en van de lichtwereld en van de wezens die daar zijn en die de zielen helpen, maar hij betwijfelt dat. We vragen een eerder gestorven familielid of het wil komen om hem naar het licht te begeleiden en dat familielid komt, maar dat wil hij ook niet. Het komt erop neer, dat hij die dingen niet zomaar gelooft, maar het liever zelf wil gaan onderzoeken en uitvinden.
Zij: Als je dan goed kijkt, zie je dan niet het licht? Hij: Ik zie een blauwe lucht met witte wolken en daarachter is de zon. Zij: Zie je ook zoiets als het land van het Licht? Hij: Ja, maar dat is een holle ruimte, een vacuum ... Ik voel dan ook angst...ik kan me niet bewegen, het is als een holle spiegel... het is ...nu allemaal lachspiegels om me heen... maar daarachter.. Ja, daar is het licht, dat merk ik nu inderdaad... Zijn vrouw ziet nu wat hij waarneemt in één van de lachspiegels: Hij ziet zichzelf daarin als een spottende en plagende oude kale man. Ze helpt hem door hem te vertellen, dat hij op de plek waar hij nu is, zèlf kan maken, dat hij er zó uitziet zoals hij echt is. Hoe hij eruit ziet, wanneer hij het meest zich zelf kan zijn. Hij doet zijn best en opeens is hij achter de spiegel. Hij ziet er nu uit als een lichtgrijs kleed. Dit blijkt voor hem een enorme opluchting te zijn. Heel opgelucht zegt hij: Ik leef! Ik kan nu verder gaan! Dan ziet zijn weduwe opeens dat hij zijn kinderen nu bij zich heeft, zoals ze eruit zagen toen ze nog klein waren en dat hij heel erg lief afscheid van ze neemt. Hij laat ze bij hun moeder en ze staan samen naar hem te kijken, terwijl hij op een prachtige regenboog, die opeens verschenen is, naar boven glijdt. Hij buigt nog vol humor naar zijn gezin en gaat dan duidelijk in de richting van het licht.
We hadden nog een afspraak voor een tweede sessie over drie weken, maar ze kwam alleen maar om te zeggen, dat alle klachten verdwenen waren. Er was geen enkel probleem meer met de rug, de nek, de buik of wat dan ook en ze kon prima slapen.
Het komt nogal eens voor, dat gestorvenen bij hun familie blijven 'rondspoken'...... meestal goed bedoeld, maar dat wordt niet altijd zo beleefd, en pas wanneer zij eerst zelf in het licht zijn gegaan, kunnen zij echt helpen. Hier volgen een paar voorbeelden:
3 Het blauwe kaboutertje
Een vrouw lijdt eronder dat ze steeds maar weer het gevoel krijgt, in welk gezelschap ze ook is, dat ze er niet echt bij hoort. Daar op in gaande vonden we dat het al begon toen ze een kleuter was van vijf jaar en het gezin verhuisde. Daarheen gaat ze nu terug. Bij deze therapie blijf je er met je volle verstand bewust bij, terwijl je tegelijk helemaal terug bent in het kind van toen. Dus je bent volwassene (V) en kind (K). Ik geef een deel van ons gesprek weer: K : We zijn pas verhuisd. Pappa en mamma zijn de hele tijd druk met het huis. Alles is nieuw. Ik ken hier niemand. Ik ben nu heel erg eenzaam. Therapeute(T): Ben je nu in het huis? K : Ja, in mijn kamer. Maar dat is juist een heel akelige plek. Want er zit een luik in het plafond. Daardoor kun je op de zolder. Daar is het heel donker en daar spookt het. Vooral 's nachts.
V: Dat kan natuurlijk niet, dat is alleen maar fantasie. Bovendien is het een nieuw pas gebouwd huis. T Laat het nu eens nacht worden...gaat dat? K en V: Ja, waar ik zo bang van word, dat zijn die zachte metalige geluidjes vanuit mijn matras. En hoe het gordijn zich beweegt. Dus, dat zie ik nu wel, het is allemaal heel onschuldig....T ...Als het nu weer dag wordt klim je met een zaklamp naar de zolder, op zoek naar wat daar is, waar je bang van wordt. K Ja, goed, als je dat denkt, dan doe ik dat...ik zie oude meubels, dozen. En daar is die donkere hoek...daar is het..net als 's nachts in de gordijnen... T kijk maar eens met de zaklamp wat je in het donkerste hoekje van die donkere hoek ziet. K: Het blauwe mannetje...het straalt licht uit...blauw... V: Dat is natuurlijk onzin. Dwergen bestaan alleen in de fantasie. T (duidelijk tot de volwassene gericht): Laat je volwassen verstand maar even denken wat het wil. Laat het verstand maar even zwijgen en dan kunnen we het kind nu serieus nemen. Wie weet of of deze fantasie niet de één of andere realiteit heeft? (tegen het kind praat ik op een andere toon): Heeft dat kleine mannetje een gezicht? K: Ja....nee....alleen blauw
T: Misschien kun je het vriendelijk vragen, of het zijn gezicht wil laten zien? K (met een blijde stem): Ja, nu heeft het een gezichtje! T: En vertel eens, hoe ziet het er uit? Wat zeggen de oogjes?
K: eigenlijk verdrietig.... T Het is verdrietig.....vraag het maar of het weet, dat het jou zo bang heeft gemaakt..K: Hij zegt, dat hij niet wist, dat ik zou schrikken. Hij wil zo graag bij ons wonen en alles meemaken en hij dacht dat kinderen niet bang zijn voor kabouters...hij wist dat niet, want hij is nog maar een jonge kabouter T: Hij heeft je veel verteld! Hij vertelde ook dat hij nog jong is, en daarom kun je hem eens vragen of hij er vroeger misschien heel anders uitzag? K: Ja, toen zag hij er anders uit. T: Kan hij je laten zien hoe hij er uit zag vóórdat hij een kabouter geworden is? K en V: Maar dat is oma! Ze is al gestorven nog vóór ik twee was, maar ik heb genoeg foto's van haar gezien!
Het wordt in het verdere gesprek duidelijk, dat oma graag had willen blijven leven en er bij had willen horen. Het was haar eerste kleinkind en oma was nog helemaal niet oud en wel erg eenzaam. Na haar dood wilde ze blijven, anders hoorde ze helemaal nergens meer bij. Ze voelde hoe het pas verhuisde kleinkind nu in een soortgelijke positie was gekomen. Verhuizen lijkt immers een beetje op sterven. Ze probeerde nog steeds er bij te zijn, maar juist daardoor beleefde haar kleindochter zo vaak in een gezelschap, dat ze er eigenlijk niet bij hoorde. Ze voelde dan eigenlijk haar overleden grootmoeder, ook al kon ze haar niet (meer) zien. In dit therapiegesprek mag grootmoeder er even echt helemaal bij horen. Ze wordt gezien en gehoord. Maar ze kan ook begrijpen, dat zij haar kleindochter vrij moet laten en de kans moet geven ergens wel helemaal bij te kunnen horen. Zij hoort er op aarde nog wel bij! Het lukt dan ook om op een goede manier afscheid te nemen. Grootmoeder gaat naar het licht en blijft niet langer rondspoken.
Grootmoeder was dus eerst een spook en later een 'aanhechting', hetgeen pas gebeurt, wanneer het iets met beider karma te maken heeft. Het 'er niet helemaal bij horen' is van deze oma en van haar kleinkind een nog niet verwerkt thema, dat bij een verhuizing geactiveerd werd.
4 De steunende staf
Een jonge vrouw heeft door een auto-ongeval een ernstige whiplash opgelopen en daarvan na jaren nog klachten. 'Het zit nog in mijn lichaam', zegt ze. Je kunt dan een sessie doen naar dat trauma, hier dus die aanrijding, om daar te kijken wat er precies gebeurt en wat er hersteld kan worden. Dat is energiewerk en zoals de chirurg 'dingen' verwijdert kun je als regressietherapeut energieën verwijderen en de eigen energie er weer voor terug laten komen. Daar hebben we aan gewerkt, en bij zo'n aanrijding raakt er heel wat door elkaar. Ze herbeleeft hoe ze door de klap naar voren schiet...naar achteren...terug naar het midden...een klap tegen haar schouderbladen krijgt en dan een diep verlammend naar beneden zakkend tot in haar voeten met de angstige vraag: Zal ik me ooit weer kunnen bewegen? Ze vervolgt: Dan kijk ik naar boven, het is alsof ik verdoofd raak... ik zie een draad naar boven...die breekt af... Ze merkt dat ze op dat moment bewusteloos raakte en hoe dat nu voor haar zichtbaar wordt en ze vindt het akelig om te zien, wat je aan haar stem kunt horen als ze vervolgt: Ik hang als een grijzig witte flard naar voren terwijl mijn lichaam nu achterover klapt. Dit grijpt haar erg aan en wij werken verder met wat er gebeurt, terwijl haar geest behalve een deel dat in de voeten zakte, daar verder grotendeels buiten haar lichaam was geraakt.
Echter één deel van de sessie ging over een heel speciale energie, namelijk een hulp die ze kreeg: dan wordt haar stem weer wat blij en wat sterker en ze zegt: Nu komt er een lange zwarte staf naar binnen....van boven af! Het is één en al steun....van mijn vader! Hij helpt mij daar..... ontroerd vertelt ze nu vanuit haar gewone bewustzijn, dat ze in de jaren ná het ongeluk inderdaad bij het autorijden meerdere keren een gevoel had gehad alsof haar overleden vader naast haar zat. Hij was een zeer goed chauffeur, zegt ze. De therapie ging verder met het weer vervangen van alle in het 'lege' lichaam naar binnen gekomen niet-eigen energie door de eigen energie. Pas als ze weer helemaal haar eigen energie in haar eigen lichaam terug heeft kan ze helemaal genezen.
In dit geval was er een gestorvene, die echt helpen kon. Het is niet iets wat hij nodig had, maar wat de nog levende dochter op dat moment nodig had. Eigenlijk spreken we dan ook liever niet van spoken. Soms noemen we zo iemand, net als sommige mensen, een engel. Hij kon helpen vanuit het licht. Wat een lichte staf is, zodra die bij hem terug is, is in het lichaam van zijn dochter een donkere staf: enkel omdat hij niet de hare is. Zodra haar eigen ik haar weer steunt, is haar eigen lichte staf weer op zijn plaats. Ook in de toekomst is het mogelijk, dat hij af en toe welwillend naast haar zit, terwijl hij zelf zijn weg gevonden heeft in het licht. Zij weet nu, waar zij hem kan vinden.
5 De moeder
Een man komt met de klacht, dat hij het gevoel heeft een zware last te dragen. Hij wil die heel graag van zich afschudden. Het blijkt in de sessie dat er ook een dof soort gevoel bij hoort in zijn hoofd. Dit blijkt een energie te zijn die het meest lijkt op een wolkige vorm met zuignappen, zoiets als een kwal. Met van die lange zachte grijpslierten. Wanneer met de energie van warmte en water en liefdevolle aandacht deze grijparmen langzaam aan wat hebben losgelaten, blijkt zich in de kwal een wezen te verbergen, dat snakt naar liefde. Ze kan dan ook haar ware wezen laten zien, en dat ziet er uit als een stralende jonge vrouw.
Hij herkent haar: zij was zijn moeder zo jong als vroeger, nog voor hij geboren werd. Ze is inmiddels gestorven. Er was nooit een echt goed wederzijds herkennen en afscheid nemen geweest. Daarop volgt een heel ontroerd en ontroerend gesprek tussen moeder en kind. Toen ze daarna in de sessie ook afscheid konden nemen kon zijn gestorven moeder ook de kwal van haar smekende en zich vastzuigende liefde terugnemen. Hij kreeg daarbij ook terug wat zij al die tijd gepakt en bij zich gehouden had: zijn eigen levenskracht en mannelijkheid. Daarna kan ze echt loslaten en gaan. Terwijl de moeder in het licht gaat is het kwallige wezen helemaal verdroogd, tot stof uiteengevallen en verwaaid in de wind.
6 Licht medisch onderzoek met een staartje
Het is echt geen uitzondering, dat een onschuldig medisch onderzoek, waarbij het bewustzijn via een injectie wordt uitgeschakeld, onverwachte gevolgen heeft, zoals slapeloosheid en angstaanvallen. Een simpel onderzoek bij de specialist, kort weggemaakt, opluchting omdat er niets verkeerds gevonden werd, maar met een onverwacht staartje. Als je denkt, dat je hersenen je bewustzijn scheppen en je dus je brein bent is het volgende niet goed te begrijpen. Als je je lichaam ziet als een woning en instrument voor je eeuwige geest, gaat dat beter. Probeer maar:
Voor cliënte is zelfs het bijkomen uit de lichte narcose al vreemd, want haar eerste gedachte is; 'nu ben ik in de lijkenzaal', terwijl ze wéét dat dat niet zo is.... Dit beleefde deze cliënte heel bewust en het werd gevolgd door onrust, paniekaanvallen en slapeloosheid. En verdriet.
We vonden: De ziel van haar 25 jaar geleden overleden vader kon nog steeds niet weg. Hij was blijven rondspoken omdat hij zo'n spijt had, dat zijn dochter zo onder zijn woede aanvallen geleden had. Hij wilde haar zo graag zeggen, dat het hem erg speet, want dat hij juist in dit leven alles beter had willen doen. Maar het patroon uit zijn vorige leven begon zich juist meer en meer te herhalen, omdat het nog niet verwerkt was en dat wil hij haar uitleggen. Toen zijn dochter onder narcose was had hij eindelijk en heel makkelijk bij haar binnen kunnen komen.
Daarom praten we in deze sessie met de gestorven vader van nu. Na zijn dood realiseerde hij zich hoe hij aan dit leven begonnen was: Om voor zijn dochter een echte vader te willen zijn. Dat wilde hij haar na zijn dood haar absoluut nog zeggen. Daarom was hij het, die door de gedachte 'nu ben ik in het lijkenhuis' haar aandacht op zich had willen vestigen. Hij had dat gezegd en hoopte dat ze hem daardoor zou herkennen. Zo had hij ook de slapeloosheid veroorzaakt, omdat hij haar steeds wilde 'wakker maken' om hem eindelijk op te merken. Om te kunnen horen, dat het hem zo speet. Dat hij wist hoe ze geleden had met zo'n vader. Als we met hem zijn leven bekijken, en de ellendige jeugd zien, die hij zelf had, en als zijn dochter hem dan werkelijk begrijpen en de excuses aannemen kan, gaat hij naar het licht.
De slapeloosheid en de onrust zijn niet meer nodig. Haar innerlijk kind moet zeker nog haar eigen liefdevolle aandacht krijgen, maar het heeft nu in ieder geval de liefde van vader gevoeld, zoals hij ze eigenlijk had willen geven. Heel erg vaak zijn het ouders, die in de buurt van hun kinderen blijven, zelfs al zijn die al lang volwassenen geworden. Vaak om te helpen, maar ook vaak net als hier, uit schuldgevoel. Er is niet voldoende gelegenheid tot afscheid nemen mogelijk geweest vóór of tijdens het sterven. Niet goed gestorven ouders kunnen echter hinderlijk worden, vooral in de relatie met de partner.
7 Automatisch schrijven
Dat is alsof je zelf de in jouw buurt zijnde geesten uitnodigt. De gestorvenen, die daar zijn, hebben een reden, dat ze op aarde en in de buurt zijn gebleven. Zoals: de levende is op de verjaardag geboren van de gestorvene. Of, minder leuk: de gestorvene heeft met de levende nog een appeltje te schillen. Of: de gestorvene vindt dat hij/zij tijdens het eigen leven geen of veel te weinig kansen gehad heeft, bijvoorbeeld doordat het oorlog was. Zoals de grootvader, die moest vechten in de oorlog en daarbij vreselijke dingen moest doen. Hij vindt het achteraf verschrikkelijk en laat de kleindochter, die aan 'automatisch schrijven' deed, van alles opschrijven over het belang van naastenliefde. Het probleem, dat ontstond, is dat hij haar niet meer wilde loslaten, maar dat zij ook een eigen leven heeft. Ook hier bleek het nodig, dat hij gezien, gehoord en begrepen werd. Toen kon hij ook de wens van zijn kleindochter begrijpen en accepteren en haar loslaten en naar het licht gaan.
8 Wie helpt wie?
Iemand voelt steeds een oude vrouw in de buurt, die niet bepaald aangenaam gezelschap is. Het blijkt een oude vrouw, die al een paar honderd jaar rondspookt. Zij is zo iemand, die al zó 'dood' was in haar ziel, dat ze het dood gaan van haar lichaam niet meer merkte. Ze was door zoveel ellende getroffen geworden, dat ze zich totaal verhard en gepantserd had. Ze versteende, zo beschrijft ze het zelf. Ze had door oorlog en ziekte iedereen, haar familie, haar man en ook haar kinderen, verloren. Ze overleefde slechts door te verstenen. Ze 'spookte' nog altijd rond om anderen, die door een erg zwaar lot getroffen werden, op dezelfde manier te helpen. Dat had ze zelf niet in de gaten, maar het werkt automatisch: wat op dezelfde golflengte zit, gaat meetrillen. Dus als iemand het gevoel heeft: dit is te erg, dit kan ik niet verdragen, dan was zij daar: zij wist daar namelijk alles van en vooral hoe je dat kon overleven. Het was voor deze gestorvene een enorme bevrijding nu eindelijk alle warmte en verbinding terug te vinden in het licht. Zij is niet de enige. Bij iemand anders liep ook zo'n steenachtige en wat boosaardige gestalte mee, ook hier versteend door verdriet om het verlies van kinderen en partner. Ook hier een volledige omkeer van diepste treurigheid in grote lichte vreugde als de verlorenen in het licht teruggevonden worden.
9 Allemaal grijs in de slaapkamer
Spoken komen niet zomaar bij iedereen terecht. Door je vorige levens ben je geworden wie je bent en ben je verbonden met anderen. Die kunnen opduiken als levende mensen, net als jij, maar soms komen ze als geesten. Natuurlijk kun je beide soorten geesten tegenkomen, zowel diegenen die met jou verbonden zijn als diegenen, die verdwaald zijn en 'rond' spoken. Dit is het verhaal van iemand, waarvan de partner was vertrokken en waarvan nu ook een kind het huis uit was gegaan. Zij was in de hierdoor wat vreemd geworden woning gaan opruimen en werd die avond bang omdat er allerlei verdoolden leken rond te waren, grijs.
In het rustige gefocuste bewustzijn in de therapie ging ze nu visualiserend haar huis binnen en meldde in het halletje al dat het helemaal iet goed voelde. Naar boven kijkend was er een soort mist, licht grijs, vrij stil. De daarin 'aanwezigen' werden uitgenodigd in de kamer te komen, en hoewel er wat werd tegengestribbeld kwam er een goede communicatie tot stand. Langzaam kon een wollig spook zijn oorspronkelijke gedaante aannemen. Het bleek een stevige werkman van middelbare leeftijd. Hij was een beetje kaal en had een wat weemoedige blik. Hij bleek verdwaald te zijn. Het laatste wat hem nog helder voor de geest stond, was hoe hij in de werkplaats bezig was. Hij schaafde hout. Het blijkt nu, dat hij zich gesneden had en dood bloedde voordat hij gevonden was. Men probeerde nog te helpen, maar het was te laat. De oorzaak van het ongeluk is akelig, namelijk ook door een dode. Als een zware donkere wolk viel opeens zijn gestorven vader van bovenaf op hem. Dat had hem uit zijn doen gebracht. Hij kan het nu allemaal plaatsen en naar het licht gaan.
Maar er was nog veel meer grijs daar boven in haar huis, en ze wil ze allemaal helpen en kwijt raken. Hier komt iemand tevoorschijn, die wel wat lijkt op haar eigen gestorven opa. Hij is rustig en vertelt hoe hij wist gestorven te zijn en op reis te zijn gegaan, naar het zielenland en het licht, maar onderweg gebeurde er iets. Hij heeft een wonderlijk verhaal: een grote groep gestorvenen hield hem tegen, want ze hadden een leider nodig, iemand die de weg wist. Maar door die hele sleep geesten kon hij het licht niet meer vinden... gelukkig lukt het nu samen met de cliënte om hulp vanuit het licht te vragen. Die komt en dan wordt één uit de grote groep gevraagd om de achterhoede te leiden door helemaal achteraan te lopen. Het is prachtig om de hele meute nu in het licht te zien gaan.
10 Lekker hoog wonen
Een vrouw is pas verhuisd; ze vond een ruime woning bovenop drie verdiepingen die zakelijk gebruikt worden, en daartoe gehuurd worden door verschillende bedrijven. Ze had zich erg verheugd op haar nieuwe plek, omdat ze er ook haar werk zal kunnen doen. Maar op de één of andere manier voelt ze zich er absoluut niet op haar gemak. Met name kan ze er niet toe komen hier aan het werk te gaan. Alsof ze wordt tegengehouden. Ook hier kunnen we in de sessie realiseren, dat ze zich helemaal inleeft en zich concentreert op wat er gebeurt vanaf het moment, dat ze het gebouw binnengaat.
Op de tweede verdieping krijgt ze het benauwd en dan vinden we resten van gebeurtenissen van lang geleden op deze plek. Ze beschrijft ouderwetse kanonnen en ook ouderwetse militaire uniformen. Het blijkt dat het gaat om een totaal onverwachte aanval op de stad, waarbij een groep ambachtslieden die net iets buiten de stad op weg waren naar hun werk op deze plek onverwacht de dood vonden. Het hele groepje was zo snel en vooral onverwacht gedood, dat het niet tot ze doordrong. Ze probeerden de hele tijd op hun werk aan te komen om te kunnen werken, wat maar niet wilde lukken. Bovendien was het erg vermoeiend.
Deze nieuwe bewoonster kwam zo vol goede moed steeds het gebouw in en alle trappen op om fijn aan het werk te gaan, dat ze nieuwe hoop en energie kregen. En het omgekeerde gebeurde: zij voelde hèn en werd meegezogen in hùn probleem. Het helpt ze om ze te laten ontdekken dat ze geesten zijn. Het blijkt dat het een roerige tijd was waarin ze leefden en ze ontdekken nu, door alles stap voor stap terug te halen wat er gebeurde die laatste keer op weg naar het werk, hoe ze stierven. Het brandende gevoel van een kogel in de borst of de plotselinge verschrikkelijke hoofdpijn. Ze voelen zich alsof ze wakker worden uit een soort nachtmerrie, een akelige slaap. Het blijkt dat er een jongen bij is, die de weg kent, die doden kunnen gaan, het licht in. De anderen gaan opgelucht mee. Verder lopend vindt ze nog een jongen: hij slaapt en zegt, dat hij niet dood wil zijn, maar wil blijven slapen. Als hij echter ontdekt, dat doden ook leven, alleen anders, wordt hij toch wakker en staat op. Hij blijkt de lichtheid van het leven als geest nu toch wel prettig te vinden en gaat met vreugde mee naar boven.
Het hele gebouw wordt geïnspecteerd en er wordt inderdaad nog een spook gevonden. Het trekt een rare grimas. Dat bleek van angst te zijn. Hij had meer beseft van de situatie en was doodsbang geweest en ook vol zorgen om zijn familie. Hij had zich hier in een hoekje verstopt. Hij zat er nog steeds en was dus nu pas ontdekt. Hij beseft, dat de vreselijke pijn in zijn hart niet alleen angst was, maar dat ook het fysieke hart dodelijk geraakt was. Als hij ook naar het licht is, blijkt dat het gebouw vrij is van gestorvenen. Het is nu het fijne gebouw dat ze gevonden had met haar heerlijke lichte woning er boven op.
11 Mijn dochter durft hier niet te slapen
Een vrouw die in een flat woont, heeft zorgen omdat haar dochter het gevoel heeft, dat het op haar slaapkamer niet pluis is. Ze durft er eigenlijk niet te slapen en komt dan bij moeder op de kamer slapen. Maar daar voelt ze ook iets wat er niet hoort. Ze is nu bij vader, die elders woont.
We gaan in de geconcentreerde aandacht naar de kamer van haar dochter. Bij het bed is inderdaad een donkere schim. Meestal schrikt een geest als hij opeens gezien wordt. Dan laat ik de cliënte tegen de geest zeggen dat hij of zij niet bang hoeft te zijn want dat het de bedoeling is te helpen. Hier blijkt echter vooral veel agressie te zijn en minder angst. Wel lukt het om hem te kalmeren en te praten. De schim is een oude man. Hij is gewoon in zijn flat gebleven, nog steeds niet tot zichzelf gekomen na wat zijn vrouw deed. Hij vertelt, dat zijn vrouw van het balkon is gesprongen in een vlaag van verstandsverbijstering. Ze had er ook al mee gedreigd, maar ze wist zelf niet waarom. Ze was altijd graag aan het handwerken of zat zomaar wat te kijken, maar dat veranderde in ´Laat me met rust. Ga weg´! Ze had een duivel bij zich op het moment dat ze sprong, weet hij. De duivel laat zich op ons verzoek zien en vindt het grappig, dat de vrouw nu dood is en de man ongelukkig.
Meestal zijn zulke ´duivels´ gestorvenen, die slecht over zichzelf denken, vaak omdat anderen ze uitscholden en ze ook slecht door hun medemensen behandeld zijn. Ze geloven daar dan zelf in en menen na hun dood te ontdekken, dat ze inderdaad een duivel zijn. Deze is al honderd jaar duivel, dus dood. Het was een jochie op klompen, voordat dat gebeurde. Hij speelt met de modder aan de rand van de sloot. Zijn stiefmoeder slaat hem zo, dat hij eraan sterft. Hij wil haar daarom te pakken nemen. Het was zijn tante, die er niet veel zin had gehad om het kind onder haar hoede te nemen. De moeder van het jochie was een jaar of dertig toen het leven haar te zwaar werd en ze het water in liep. De tante vond het daarom maar een moeder van niks en beschouwde het kind dus ook als een kind van niks. Na zijn dood is hij een duivel en stuurt hij haar alles wat ´des duivels´ is. Het lukt hem pas als ze oud is, dat ze zoveel zwaarte aan zich voelt hangen dat ze naar beneden springt.
Gelukkig lukt het in de therapie, de duivel weer een kleine jongen te laten zijn en zijn moeder komt en neemt hem mee naar het licht. De oude vrouw wordt door haar man meegenomen naar het licht.
12 Mijn slaapkamer is niet pluis
Wanneer de cliënte met deze klacht komt en ze zich in het geconcentreerde bewustzijn voorstelt dat ze haar eigen kamer binnen gaat en goed gaat kijken vindt ze daar inderdaad iemand. Dat is een oude vrouw, die er echt uit ziet als een boze heks. Op de vraag of ze weet dat ze al gestorven is moet ze hard lachen en ze zegt, dat zij zelf wel zal bepalen of ze dood is of niet. Ze vindt het fijn om mensen bang te maken en ze is ongeveer vijftig jaar dood. Mensen bang maken is het enige wat ze kent, zegt ze dan. Ze durft het niet aan, dat iemand anders haar haar pijn afneemt. Ze is bang anders op te lossen in verdriet en dat ze er dan helemaal niet meer is. Wat ze met haar pijn bedoelt blijkt de pijn te zijn, die ze voelde tijdens het sterven; dat was haar hart. Ze houdt die pijn vast uit angst anders zelf te zullen verdwijnen. Hoe dit zo gelopen is? Ze was verwend geweest met een rustige en vredige man en kinderen. Maar dat vond ze zonder uitdagingen en daar kan je niet sterk van worden. Man en kinderen waren altijd lief tegen haar, maar nu zij sterft zijn de kinderen volwassen en de man is niet thuis. Zo wil ze niet verdwijnen! Man en kinderen, dat hoort ze na haar sterven, zeggen nu namelijk tegen elkaar, dat ze haar niet zo aardig vinden, maar dat nooit tegen haar durfden te zeggen vanwege de blik in haar ogen. Boos en katachtig alsof ze kon gaan aanvallen. Ze konden niet zichzelf zijn! Het lukt in de therapie om deze gezinsleden te verzamelen en eindelijk kan ze ze zeggen, dat ze van ze houdt en dat ze ze tekort heeft gedaan en ze wil ze omarmen. Maar de kinderen zijn wat bedremmeld. Dan helpt de man hen om zijn vrouw tegemoet te komen. Hij houdt van haar. Dan vraagt ze of ze mee mag. Ze is een keurige dame als ze tenslotte kan gaan.
Maar zij was niet de enige gestorvene hier. In de flat stijgen nu allerlei kleine rookwolkjes omhoog. Ze komen van een broodmager mannetje. Hij was iemand, die heel graag rookte en dronk, en maar weinig at en hij zit nog verstopt bij de verwarming. Wat wilde hij zo graag in rook laten opgaan? Wat voor pijn wilde hij graag verdoven? Dat blijkt zijn vrouw te zijn, die hij ervaart als koud en afwijzend en vol verwijten. Wanneer de vrouw wordt uitgenodigd om er bij te komen en haar gevraagd wordt, wat zij van hem vindt, blijkt zij hem juist aardig en grappig te vinden, omdat hij haar laat lachen en alles kan relativeren. Het lukt nu om elkaar wat beter te begrijpen. Toch heeft hij ook nog zijn moeder nodig en vooral de verbinding met zichzelf als klein kindje, dat nog door haar gevoed werd. Pas het terug kunnen gaan naar zijn ervaring als zuigeling en de heerlijke moedermelk maken hem in staat te kunnen eten. Hij is dan ook in staat om te ontdekken dat hij daar al rokend bij de verwarming stierf. Nu hij dat goed beseft kan hij opstaan. Hij is nu heel hulpvaardig en voor hij met zijn vrouw vertrekt helpt hij de flat schoon te maken.
Dan blijkt er toch nog meer te zijn. Op de kamer van de dochter is ook nog iemand: een man met heel glad haar en een grote bril. Hij stierf in zijn bed, tijdens de slaap. Hij had dat helemaal niet verwacht. Hij wilde nog zo veel van het leven genieten, van eten, drinken, televisie en een borreltje en van vrije tijd. Hij had altijd zo hard moeten werken. Hij wil het liefst naar zijn vader, die ook al overleden was. Maar vader zit nog te vissen, want hij weet ook niet dat hij al dood is. Hij heeft een vis en het leuke is, dat de vis hen de weg kan wijzen naar het licht. Wellicht is dit daarom een symbolische vis en is het het christelijke geloof van de vader dat hen naar het licht leidt. Met hun vertrek verdwijnt nog heel veel grijsheid uit die kamer. Het is alsof een stofzuiger het opzuigt. Het wordt u licht. Cliënte gaat nog een keer door de hele flatwoning en ook door het trappenhuis. Het is schoon.
13 De lichtkoepel
Cliënte is een mooie, goedverzorgde vrouw, gevoelig voor indrukken en alleenstaande moeder van opgroeiende kinderen. Ze woont in een prachtig ruim en modern huis. Woonkamer en keuken zijn op de bovenverdieping en prettig licht: je komt zo van de trap onder de lichtkoepel. Ook hier gaat het om een nieuwbouw. Kennelijk spookt het toch behoorlijk daar. Het lijkt wel alsof ik negatieve krachten aantrek, zegt ze. Er vallen in haar huis ook wel eens dingen naar beneden en een kennis, die helderziend is, meende dat in haar huis een hele hoop gestorvenen zijn, die niet weg kunnen komen.
Ze gaat vlot mee in de voorstelling om goed gefocust en rustig waarnemend haar huis binnen te gaan. We hebben meteen beet, want ze voelt 'het is alsof ik heel snel die trap op moet' en een lichte druk. Door voorzichtige vragen help ik haar nog wat dieper in de bewustzijnslaag die we nodig hebben, en daar wordt de eerste gestorvene zichtbaar: een witharig oud dametje, dat stierf toen ze uitgleed op een trap toen ze te snel naar boven wilde. Als ze beseft dat ze doordat haar hoofd tegen de grond sloeg niet meer kon merken, dat ze stierf, begrijpt ze snel dat ze niet langer hoeft te blijven rondspoken. Ze kan zelfs makkelijk een engel worden en wegvliegen. Maar zo simpel was het niet!
De trap oplopend, vinden we haar kersverse, jonge echtgenoot. Hij stierf vele jaren voor haar, toen hij als eerste heel erg snel snel de trap af wilde. Hij bleek op weg naar een feestje, en zat vol plannen om aan zijn carrière te werken. Daar paste dit feestje en wie hij daar allemaal hoopte te ontmoeten prima in. Maar hij kwam er nooit aan. Hij overleed aan die val op de harde vloer. Hij kan zijn vallen en sterven echter niet accepteren! Dat hij de prachtige carrière nu niet kan maken helemaal niet! Hij is diep teleurgesteld, en hij kan het aardse plan pas verlaten als we zijn ouders vragen of ze hem kunnen komen halen. Ze komen en met hen gaat hij dan mee, nu dus pas zijn vrouw achterna, de lichte koepel door...
Het is toch wel opmerkelijk, dat beide echtgenoten stierven door een val van een trap en dat is een reden om te kijken of daar iets achter zit. We vinden het volgende: een witte vrouw, een klassieke spookverschijning dus. Zij blijkt een vrouw, die gevangen zit in schuld: zij veroordeelt zichzelf in feite tot levenslang, omdat zij zo een 'slechte' moeder was. Haar kleine kind klampte zich wel vaker steeds maar aan haar benen vast, en toen ze dat een keer echt even niet meer kon hebben, duwde ze hem abrupt weg....maar het was op de bovenverdieping en vlak bij de trap. En ja, hij viel van de trap en was dood. Dat had ze nooit gewild en verwacht en ze kwam er nooit overheen. Behalve nu, want we konden haar helpen haar zoontje te zien, dat al die tijd bij haar gebleven was. Het zat op de bovenste traptree aan haar voeten, het had niets van zijn dood gemerkt, en was dolblij, dat ze hem nu eindelijk zag en in haar armen kon nemen. Ze verdwenen naar boven.
Maar er was nog iets te onderzoeken, namelijk waarom er nog wel eens dingen naar beneden vallen in het huis. We vinden een kat. Een spokende kat?? Jawel, al was ze niet alleen. Een eenzame vrouw hechtte zich erg aan haar kat. Ze stierf, maar merkte het verschil niet zo en bleef bij haar kat, die toen op zijn beurt weer bij haar bleef na zijn dood. Ze zweven, half kat, half vrouw, daar nog rond, en dan valt er wel eens wat naar beneden. Ze kunnen nu opstijgen naar lichtere streken, samen door de koepel.
We vinden vlak onder de koepel trouwens nog een oud heertje. Ook interessant trouwens: dit is iemand, die weet dat hij gestorven is, maar hij weet de weg niet. Als we hem erop attent maken , dat in zulke gevallen vaak iemand van de 'andere zijde' komt, om een geliefde op te halen, kan hij inderdaad zijn vrouw en dochter zien en enthousiast gaat hij ze tegemoet.
Omdat de grootste ladingen er af zijn laat ik mijn cliènte nog eens met rustige aandacht door het hele huis gaan.... Ze vindt in een 'soort kolkbeweging naar boven' een man, met tulband op, in een zanderige omgeving, die liep met behulp van een stok. Een militair voertuig reed hem dood, en hij kon nog niet overgaan omdat hij z'n stok nog zocht. We hebben hem geholpen in zijn lichtlichaam zelf weer alle stevigheid te voelen, zodat hij de stok niet meer nodig had. Ook hij kon met zijn familie (kinderen) verenigd worden.
We vinden nog een draaikolk; hier is een non gestorven.
Gelukkig kan ze dat accepteren en zich ook herinneren, dat je dan naar de hemel kunt gaan, en ze gaat op weg. Dit huis is een plek, waar gestorvenen prachtig via trap en lichtkoepel naar boven kunnen gaan. De sessie eindigt dan ook als het enige, dat cliënte nog vinden kan, wat vuiligheid is samen met een werkster die het tevergeefs probeert op te dweilen. Het lukt niet omdat ze op de natte vloer was uitgegleden en met haar hoofd op de stenen viel, wat ze niet overleefde. Als we haar laten zien , dat ze stierf, en dat ze nu mag ophouden met dweilen, is dat een enorme opluchting voor haar.
Zou ze gemerkt hebben, dat hier een huis 'anders schoongemaakt' werd, en kon ze zich daardoor nog tonen? Als laatste zweeft ze door de glaskoepel naar boven. Na gaat de cliënte zichtbaar opgelucht, naar buiten. Glanzende sterren lichten op. Echt een mooi huis, met zo'n dak met een glaskoepel. Vooral met de huidige bewoonster nu.
14 Niet alleen kunnen zijn
Een vrouw had het gevoel, dat haar vroegere vriend er nog steeds was: hij had zelfmoord gepleegd. De jongeman, die als jongen beide ouders verloren had, maar het verdriet daarover nooit echt had kunnen uiten en verwerken leunde nogal op zijn vriendin. Zij maakte het tenslotte uit, juist daarom. Hij kon het alleen zijn daarna echter niet meer aan en pleegde zelfmoord. Als gestorvene bleef hij nog voortdurend steun zoeken bij de vroegere vriendin. Pas nadat hij zichzelf het grote verdriet om het verlies van zijn ouders kon toestaan, kon hij haar echt loslaten. Mooi was toen, dat zijn moeder hem als een hele lichte gestalte kwam ophalen en meenemen naar het licht. Het bleek dat ook de vader nog steeds rondspookte, die destijds evenals nu de zoon, zelf een einde aan zijn leven gemaakt had, en die zijn moedeloze gedachten nog niet had kunnen loslaten. Hij was blij, nu ook mee te kunnen naar het licht.
15 Een kind wordt 's nachts angstig wakker
Vrijwel alle ouders stellen hun kind gerust, als die 's nachts wakker worden en bang zijn en zeggen, dat er allerlei griezelige geesten zijn, die het bedreigen. Het is echter meestal waar, dat er iets is, dat het kind in de schemer kan waarnemen. Zoals een meisje, dat vaak huilend wakker werd. Hier spookte allereerst een ander klein meisje rond, dat sprekend leek op het slapende kind. Ze had wel een heel andere kleur ogen en was als je wat beter keek ook verder duidelijk een ander kind. Het probleem was, dat dit meisje verdronken was en dat niet begreep, ze worstelde nog steeds tegen het water en ze probeerde nog steeds weer gewoon adem te kunnen halen in dat lichaam. Omdat ze zoveel op het andere kind leek, dacht ze dat het háár lichaam was, dat daar lag te slapen. Ze worstelde dan om daar met de adem mee naar binnen te komen, en daar werd het levende kind natuurlijk angstig wakker van. Het verdronken kindje wordt geholpen afscheid te nemen en ze wordt opgehaald in het licht.
16 Koning Alcohol heeft vele slaven
Een kindje met een aan alcoholverslaafde moeder heeft veel last van allerlei gestorvenen, die om haar moeder heen hangen als ze dronken is. Zonder het te begrijpen merkt het kind dat het niet echt haar moeder is op zulke momenten. Moeder is nog maar een tiener en denkt het zonder alcohol niet aan te kunnen. Daarin is ze niet de enige, maar wel de enige die nog leeft en jong en vitaal is. Het kind heeft de gewaarwording, dat er allerlei vreemde gestalten om de moeder heen hangen. Die keer toen ze in de box zat en moeder zwaar beschonken thuiskwam en door de spijlen heen haar armpje pakte, dat was zo eng geweest en daar is wat van achtergebleven. Ja, een gestorven verslaafde zag of beter, meende te zien, dat hij een nieuw begin kon maken in een fris nieuw lichaam. Alleen zat daar al iemand anders in. Loslaten deed hij echter niet meer, zo helder was hij niet. Bovendien wilde hij al lang van die alcohol af. Dat gaat gelukkig beter, zodra hij begrijpt, dat een nieuw begin, maar echt voor hem zelf, als hij los laat mogelijk is.
Marianne Carolus