Inleiding
Een therapieverslag over de vraag naar de zin van een ziekte
Een dame (M) van net in de zestig had kanker gekregen en werd daarvoor met alle moderne middelen behandeld. De kanker kwam echter terug en bleek niet meer te behandelen: ze moest erop rekenen, dat ze spoedig zou sterven.
We spreken af dat we drie niet te lange sessies zullen houden. Ze brengt het inzicht mee, dat de kanker iets met haar gecompliceerde familie te maken heeft, maar wat en hoe? En wat is de zin hiervan voor mij zelf?
In het voorgesprek vertelt ze over de familieverwikkelingen, waarbij me opviel dat er vanuit de ouders veel werd verzwegen en dat hun huwelijk moeizaam was; M was juist erg geïnteresseerd in de familie. Verder valt ons op, dat ze van de kanker niets merkte, alleen vermoeidheid en vooral het willen slapen. Haar dochter merkte echter, dat er iets ernstigs was. Zo verkenden we het thema Familie en Kanker.
In de eerste sessie focussen we op de kankercellen. M vindt allereerst de 'wand van het verbergen', die hier nog altijd wordt vastgehouden door haar op hoge leeftijd gestorven moeder (MM). Zij verschijnt als ziel, die weet dat ze gestorven is en bij haar dochter is. M vraagt haar naar deze wand en naar wat MM bij haar wil. MM is bij haar om haar om vergeving te vragen. Dat kan M doen en daarna kunnen hun zielen samen de geschiedenis van deze wand beleven. Hoe die ontstond en bleef.
De wand ontstond vanuit de toenmalige gewoonte buitenechtelijke kinderen te verzwijgen. (Zoals ik ook bij veel andere patiënten beleefd heb kunnen door deze sociale druk zware verwondingen ontstaan in de ziel). Moeder en dochter kunnen elkaar nu volle openheid en liefde tonen.
M ontdekt bij de kankercellen nog een andere ziel van een gestorvene: een tante (TM), die in de familieproblematiek verwikkeld is geweest en relatief jong aan dezelfde soort kanker stierf als waaraan M lijdt. TM weet niet dat ze gestorven is en dat ze een onsterfelijke ziel heeft. Ze beleeft zich alsof ze in haar eigen doodzieke lichaam is, want dood is dood en zij leeft. M laat haar nu in herinneringsbeelden zien (net zo lang tot tante het ten volle beseft) hoe ze inderdaad dezelfde ziekte had, maar toen wel degelijk is gestorven en dat daarna haar begrafenis was.
Hierna stel ik voor dat ze elkaar beelden tonen van hoe ze elkaar hebben gezien, en hoe ze dat beleefden destijds. Drie keer tonen ze elkaar een gebeurtenis tussen hen beiden en hoe dat door elk van hen ervaren werd. Het doet hen merkbaar goed en het is een grote verrassing voor M dat haar tante een heel vroege miskraam van M, waarvan ze meende, dat niemand iets kon hebben geweten, had opgemerkt en betreurd.
Daarna worden de energieën uitgewisseld, die van de één in de ander waren gevloeid zonder dat zij dat wisten, zodat beide geheel zichzelf kunnen zijn. Inmiddels wil tante ook heel graag naar het licht in haar geestelijk vaderland.
Dan wordt nog de ziel van de overleden vader gevonden en ook met hem worden de nieuwe inzichten en openheid gedeeld.
De relatie tussen de kanker en de familie was voor M (in twee uur) nu helder.
Tweede sessie
In het voorgesprek bleken er nog diepere vragen over haar familie. Waarom kreeg ze deze moeder? En waarom neemt haar oudere broer het voor haar op? Was er misschien ook misbruik?
Hier voert de concentratie M in een ervaring als peuter. Ze is twee jaar en wil met de pan spelen, waar de oudere broer zo prachtig speelt. Broer had veel liever de pan voor zich alleen gehouden, maar heeft het gevoel niet te mogen weigeren. Nu gooit hij de pan naar haar toe, die tegen haar hoofd terechtkomt.
Het doet pijn en ze valt om en ze begrijpt hier niets van en wil gaan huilen, maar opeens is ze 'weg'. Haar ziel komt in een gelijksoortige ervaring. Zij is in de buik van haar moeder gekomen die zich precies zo hulpeloos voelt en om hulp schreeuwt, en hier is het M die haar hoort en zegt: ik kom...ik wil komen.. Maar dan, in de buik van moeder, komen er nu ook twijfels: kan ik dat wel?
Diepere concentratie leidt naar het ontstaan van deze situatie vanuit een vorig leven. V(orig)L(even)M (van M)is een adellijke jonkvrouw. Ze beschrijft haar jeugd zoals het voor mij door vele sessies met anderen al vertrouwd is. Voor meisjes lag de waarde in hun kwalificatie voor een goed huwelijk, dat door de vader geregeld werd. Zo werd VLM inderdaad opgevoed en met een ziekelijke moeder en een met besturen bezige vader bestond haar gezelschap uit opvoedsters en leraressen. Ze leerde borduren en fluitspelen en paardrijden, maar behalve één keer een familiebezoek leefde ze tot haar achttiende jaar binnen de burcht; eigenlijk maar saai.
Dan echter, als ze zeventien is en al eens ter sprake kwam dat er een feest georganiseerd zou gaan worden waarop zij zou kunnen worden gezien door allerlei mogelijke huwelijkskandidaten, gebeurt er iets spannends. Boven vanaf de slotmuur ziet ze een groep ridders komen, die een gevangene meevoeren. Het is een magere roodharige jonge vrouw, die geketend is en in de kerker wordt gebracht. VLM wil er graag meer over weten, maar dat zijn geen vrouwenzaken en het is haar absoluut verboden zich met zoiets te bemoeien. Ze sluipt wel door de gang naar het vertrek waar die ridders zitten te eten. Ze probeert ze af te luisteren, maar vangt niet veel op. Het lijkt om een heks te gaan en de hele sfeer is wat angstig en geheimzinnig. Toch wil ze meer weten en ze sluipt nu naar vlakbij de kerker. Daar hoort ze het rammelen van kettingen en het schreien en roepen om hulp. Zij is echter machteloos en zo wordt zij ziek. Zij krijgt hoge koorts en verliest elke eetlust.
Ze heeft intensieve verpleging nodig en vader komt herhaaldelijk kijken. Zelfs moeder komt af en toe. Ze komt er langzaam weer bovenop. Dan wil ze echter meteen weer naar die kerker. Deze blijkt echter leeg en ook de ridders zijn niet meer te vinden. Twee maanden later komt het feest met de bruidsschouw. Ze draagt een lange lila japon met een sluier. Ze ontmoet een leuke jongeman en dat lijkt wederzijds zodat ze vriendelijk naar elkaar lachen. Er wordt na het eten gedanst op de muziek van de wat schril klinkende fluiten. Het zijn vooral de vrouwen die meedoen in de dansen met groepjes van vier, want de meeste mannen hebben te veel gegeten. Vader kiest een man voor haar, die minstens tien jaar ouder is, een vechter. Maar gelukkig respecteert hij haar en het enige wat hij wil is dat ze hem een paar kinderen schenkt. Dat lukt, ze krijgt een meisje en een jongen. Deze burcht is een eind weg, maar ze heeft veel gezelschap en een goed leven. Als ze vijf en dertig is wordt ze ziek. Ze moet hoesten, krijgt koorts en verzwakt. Dan verzwakt ze snel en opeens is er wit licht en gaat ze door een tunnel.
Zielenwereld: (om de sessie niet te lang te laten duren laat ik alleen de door het thema bepaalde momenten hier beleven). Aangekomen op de plek van overzicht kijkt VLM terug op haar leven. Ze ziet twee helften van zo'n achttien jaren. De eerste helft ziet er nu eenzaam uit en de tweede helft heeft leven en vervulling. Ze realiseert zich hoe ze als kind de moeder miste, daar die zo ziekelijk was en hoe aangenaam het tweede deel was.
De belangrijkste ontmoeting in de zielenwereld is die met de vrouw in de kerker. Ze beleeft nu mee hoe deze stierf, namelijk door te weigeren te eten en te drinken. Beide vrouwen beschouwen nu elkaars leven. De roodharige had een goede kindertijd en jeugd: haar ouders hadden geen rode haren en het lukte hen de dochter te beschermen. Zodra ze echter volwassen werd, werd ze voortdurend uitgescholden, geslagen en weggejaagd. Men meende vanwege haar rode haar, dat zij een heks was. Toen ze om van te kunnen leven ook nog begon met het verzamelen en verkopen van kruiden uit het bos zagen ze dat als een bevestiging van hun vermoedens. De wereld gaf haar slechts hardheid - - enkel zij, de dochter van de burchtheer, wilde haar zachtheid geven. Zij besloot deze roodharige als moeder te willen hebben.
Huidig leven: Op aarde viel het niet mee. De situatie hier was dat MM eigenlijk helemaal geen kinderen wilde. Bovendien wilde ze als man niet de vader van M en door dit alles kwam vanuit MM veel angst en woede naar M toe. In de baarmoeder kwam de hardheid, die de wereld aan de roodharige gaf, zo terecht bij dit kind, dat de vroegere burchtjonkvrouw was geweest, die wilde helpen.
Het is voor M nu mogelijk deze hardheid los te laten; ze voelt de kankercellen zachter worden. Daardoor wordt een klein donker wezentje zichtbaar, dat zich daar verstopte, klein als een kevertje. Liefdevol uitgenodigd wordt het en het blijkt de ziel te zijn van het met de miskraam verloren kindje. Zij is blijven wachten op een geboorte en was erg blij geweest met het nieuwe groeien. Ze hoopte dat die kankercellen tot een lichaampje voor haar konden worden.
Ik heb in vele sessies met vrouwen die ooit een miskraam of zwangerschapsonderbreking hebben doorgemaakt telkens weer beleefd, dat de ziel van de ongeborene weliswaar op dat moment ernstig lijden en een crisis ervaart, maar niet, dat 'alles voorbij' is. In de dialoog tussen M en dit kind wordt dat duidelijk gemaakt. Als blijkt dat het kind de situatie kan accepteren gaat het samen met VLM in het licht.
In een vorig leven teruggaan en het goed ervaren neemt iets meer tijd, deze sessie over het karma met de moeder duurde drie uren.
Derde sessie:
In het voorgesprek zegt M dat de vraag die nu nog is overgebleven die is naar wat de zin van deze kanker is voor haar. Waarom kwam deze kanker bij mij, en wat is de zin daarvan en wat is mijn opgave!
Daarom nu weer focussen op de kanker. Waar voelt ze die het meest aanwezig? Liefdevolle aandacht naar die plek laat onthullen wat daar zit en het ziet eruit als een al wat verschrompelde druif, een late vrucht dus. Hij blijkt inderdaad de late vrucht van haar 'opgave'. Ze mag dan ontdekken, dat de opgave in haar leven gekomen was in de vorm van drie kleine heuveltjes. De opgave was geweest, dat ze zich hadden kunnen openen. Dat konden ze echter niet. Dat kon niet vanwege de engte in haar kindertijd.
Deze engte, het gebrek aan innerlijke ruimte, ontstond, zo vindt M, door de jaloezie van haar moeder. Meteen na de geboorte. Moeder werd het kind als eerste getoond en moeder had het ernstig aangekeken. Daarna werd het vader getoond, en deze nam het meteen liefdevol in de armen en streelde het wangetje,- en daar was moeders jaloezie.
Vader en moeders zielen worden uitgenodigd en alle drie doorschouwen nu hoe dit de hele kinderperiode van M bleef bestaan en hoe eng het daardoor van binnen bij haar werd. Een enkele gebeurtenis wordt diepgaand herleefd. De ouders zijn diep geraakt. Dit wilden zij niet! Daardoor kan M nu rustig en goed door alles heen ademen en haar ouders één voor één hun aandeel in de druk teruggeven. Dan kan ze de ruimte voelen die daardoor ontstaan is. Dan mag ze daar haar eigen energie in laten stromen en dan mogen de drie heuveltjes erin plaats nemen. Inderdaad willen en kunnen zij zich nu openen.
Het eerste heuveltje laat een soort boom groeien met takken die M vullen en sterken en meer compleet maken. 'Ik kan Ik zijn'.het is een heel goed gevoel. Wanneer het als kind gekomen was had ze zich niet zo aan haar man vastgeklampt, stelt ze vast. Ze laat het vastklampen nu los: dat geeft vrijheid.
Het tweede heuveltje gaat open en er groeien vier zuilen uit, verticalen om haar heen voor, achter en naast haar. Ze beschermen haar en maken dat moeder haar niet zo klein en angstig kan maken. Dat deed moeder uit jalouzie.
Omdat moeders ziel ook nu aanwezig is, mag moeder laten zien wat ze zoals ze nu voelt, vanuit de zielenwereld aan haar dochter zou willen geven. Moeder neemt nu het pasgeboren dochtertje opnieuw aan, maar neemt het in de armen en kijkt het met grote liefde aan. M wordt diep geraakt. De zuilen worden tot een soort vlechtwerk die van haar een stabiel mens maken, opgericht en beschermd. Ze zegt, dat ze dan helemaal niet getrouwd zou zijn. Ze voelt zich vrij.
De derde heuvel gaat open en tot haat grote verrassing komen daar allemaal bloemen uit. Zij strooien een grote lichtheid uit in haar hele lichaam. Nog meer engte verdwijnt en ook starheid. Het wordt licht en beweeglijk van binnen en veel ruimte.
Wat was dan haar opgave? Ik te zijn. Daartoe had ze de drie heuveltjes moeten laten opengaan. Nu deze kiemen niet konden groeien kon alleen de late vrucht van de druif, de kanker, eruit ontstaan. M kan dit nu begrijpen en accepteren.
Dit is een belangrijke opgave en in onze tijd zijn er vele zielen, die deze opgave hebben. Er wordt nog een keer extra bevestigd door de kanker: de kanker wilde bewerken, dat ze aan zich zelf toe kwam, dat ze zich zelf kan zijn.
M heeft nog een vraag: zou ondanks haar vrijheid haar dochter zijn gekomen? Tot haar grote vreugde is het antwoord ja. Ze voelt, dat ze dan als moeder er ook veel meer had kunnen zijn voor haar kind. Dit stuurt ze naar het kind, dat haar dochter is geworden, en naar de dochter als volwassene. Dan nemen haar ouders liefdevol afscheid en gaan in het licht.
M vindt dat haar vragen beantwoord zijn en heeft een gevoel van bevrijding en rust. Daarmee is in één tot twee uren de therapie afgerond.