Het sprookje in! De archetypische beelden van de sprookjes zijn in ieders ziel...anders. Je innerlijke ontwikkeling spiegelt zich in het leven, lijden en groeien in je sprookjes.
Cursus 'Het sprookje in de diepte': Het sprookje in de diepte van je ziel, in bezinning en in overzicht. Van zaterdagmiddag 13.30- 16.30 in Balk. Meedoen of meer weten? Mail naar marianne@evadio.net
Wat zijn dat eigenlijk, sprookjes? Het zijn verhalen vol beelden, en deze beeldentaal is de taal van de ziel. Die gaat niet over materie, zodat een tafel in een sprookje meestal geen gewone tafel is, maar bijvoorbeeld zomaar uit het niets kan ontstaan, en zelfs zomaar vol kan staan met de heerlijkste spijzen. De wereld van de ziel kent de wegen naar de einden der aarde, naar de maan, de zon en de sterren. geloof maar niet dat de ziel daar ruimteschepen voor nodig heeft. Het is echter ook een wereld waarin je kunt verdwalen. Als je verdrietig bent, is de wereld van de ziel vaak een zee vol duisternis, en maar hopen dat je niet verdrinkt. Als je blij bent is de wereld van je ziel een bloemenwei in de bergen, of een plek met muziek en dans. Maar je moet er wel je weg in leren vinden, want wanneer je eenmaal sterft, en dus zonder materieel lichaam verder moet, vind je nog niet zo maar, wat je zoekt. Een manier om wat met deze zielenwereld, de wereld van na de dood, vertrouwd te raken, zijn de sprookjes. Behalve de eeuwenoude sprookjes, steeds van mond tot mond verteld, en pas veel later opgeschreven, bestaan er ook moderne. Vooral tijdens de romantiek werd er door begaafde kunstenaars mee gewerkt. Behalve de wereld van de ziel is er ook nog de (nog hogere) wereld van de geest, ook wel genoemd het Licht. Uiteindelijk is dat je doel, en je kunt het na je dood bereiken, terwijl sommige 'verlichten' het op aarde al hebben bereikt. Dat kan heel goed, inzicht en toegang hebben tot de zielenwereld en de geestelijke wereld terwijl je nog leeft en actief meedraait. Rudolf Steiner was zo iemand en hij heeft met de Antroposofie een pad gebaand om bewust in deze drie werelden te kunnen leven.
Over drie sprookjes uit de Duitse Romantiek heb ik een studie geschreven, waarin ik ze met de antroposofie verbind en met onze eigen tijdse inzichten. Het zijn 'De Toverfluit' (Ja, de tekst van Mozarts Opera), 'Het sprookje van de groene slang en de schone Lelie' (van Goethe...) en 'Het sprookje van Eros en Fabel' (van Novalis). Ze zijn als pdf bij mij te krijgen. (zie: boeken). De tekst over het sprookje van Novalis kun je ook lezen op: http://www.novalisatelier.nl/documenten.html
Van 'Hans en Grietje tot Roodkapje'. Sprookjes van toen zitten vol wijsheid voor nu.
Sprookjes begeleiden mensen door alle tijden heen.Ze zijn geschreven in beeldentaal, de taal van de zielenwereld, de wereld waarin je dwaalt als je droomt, kunt (ver)dwalen als je sterft, maar waarin je ook de weg kunt leren vinden. In sprookjesgroepen zijn we daar samen druk mee bezig. We werkten al aan Hans en Grietje, Assepoester, Doornroosje, Repelsteeltje en andere oude sprookjes, maar ook aan de sprookjes van Goethe en Novalis. Iets van wat we ontdekten volgt:
Hans en Grietje laten het oertrauma zien, Vasilisa laat zien hoe het verleden overgaat in toekomst en aan Roodkapje zie je hoe het sprookje zelf mee kan veranderen en zo steeds de actuele menselijke zielsontwikkeling spiegelt.
'Hans en Grietje'
'Hans en Grietje' is een sprookje over het sterven. Over wat de ziel doormaakt tijdens en na de dood. Het is te vergelijken met het Tibetaanse en het Egyptische Dodenboek. Maar met een opvallend verschil. Het is niet geschreven met algemeen geldige raadgevingen zoals deze beroemde boeken, maar schildert één verpersoonlijkte reis van een ziel die door het aardeleven en de dood gaat tot en met de gelukkige terugkeer in het geestelijk Vaderhuis. Het thema is: de honger van het bezielde lichaam. Zie verder in mijn boek 'Zin zien in zeven sprookjes'.
Vasilisa de schone
Hier staat Vasilisa voor het hutje en daar komt Baba Yaga. De pinksterboodschap van Vasilisa: Vasilisa werd door de krachten vanuit het verleden naar de Baba Yaga gestuurd. Zij wordt drievoudig beproefd en komt niet met lege handen weer terug. De stiefmoeder en de oudere zusters èn de schedel met de geestkracht van het verleden kunnen worden begraven. En dan, als door de wind komt ze aangewaaid als volwassen kind bij de kinderloze oude vrouw, de oude aardse ervaring. Zij spint nu fijner dan gewone stof, dit is een materie – vrij denken. Alleen zij kan het weven, het verbinden met zelfloos voelen. Alleen zij kan er hemden van maken, het vrije willen er nog mee verbinden. Alleen zij, want dit is alles slechts door het ik, door iedereen zelf persoonlijk, te volbrengen. Dan kun je je hoger Zelf kleden.
Het sprookje naverteld:
Ik heb dit mooie sprookje in scènes verdeeld. In de sprookjesgroep lezen we om de beurt een scène voor, en ieder van ons kiest een scène om thuis kunstzinnig uit te werken en mee te nemen. Aan de hand van de kunstwerkjes gaan we het sprookje in (zie 'Vasilisa de schone'). Omdat dat een lange tekst is, ga ik ook nog eens helemaal opnieuw door het sprookje. Met de ervaringen in de groep op de achtergrond kijk ik er zelf ook weer helemaal nieuw naar. Wat vind ik?
Scenes:
1 het sterven van haar moeder.
Er was eens een koopman, die twaalf jaar getrouwd was en maar één dochtertje had, Vasilisa, die acht jaar was toen haar moeder stierf. Moeder gaf haar daarbij haar zegen en een popje, dat ze onder de dekens vandaan haalde en dat Vasilisa aan niemand mocht laten zien. Als ze problemen had moest ze het te eten geven en dan om hulp vragen: het popje zou haar dan helpen.
Dankzij de antroposofie kunnen we de bekende overgang tussen de magische kleutertijd en het schoolse leergedrag benoemen als een vrij komen van het fysieke lichaam vanuit de erfelijkheid. Mede door kinderziektes is het geërfde materiaal aan de persoonlijke behoeften aangepast. Dit wordt zichtbaar in het blijvende gebit. Dit 'geschenk' van het 'eigen' lichaam krijgt elk kind omstreeks het achtste levensjaar en het is ontroerend hoe we ons in de groep ons dit moment inderdaad kunnen herinneren, en daarna in meditatieve aandacht, vaak voor het eerst bewust, ook zo blijken te herkennen:
A. besefte nu hoe ze inderdaad het popje kreeg op dat moment van handen wassen. Ja, want die handen waren precies het perfecte instrument geworden voor het boetseren. B. kreeg inderdaad de ebbenhouten pop, die hem aan de dood herinnerde, maar die nu ook zijn houvast bleek te zijn. C. herkende hoe ze de pop kreeg bij het bidden van de rozenkrans in de meimaand. D. bij het verhuizen naar Indië, waar ze letterlijk de poppen in de natuur zag hangen, waar de vlinders uit vandaan kropen. Overal geboorten en leven, in die zo vruchtbare natuur. E. in het glazen isoleer – kamertje in de stille rust om door de waterpokken heen te gaan. Bij F. ontstaat het beeld van al heel jong het popje te krijgen, maar de ethermoeder blijft toch nog tot haar 10e jaar bij haar, samen met Sinterklaas, tot ze het popje zelf goed vast kan houden. Die gebruikelijke belevenissen van eenzaamheid en gehuld in de magie beleefde zij dus gekruist en dat betekende voor haar al heel erg jong: ik doe het zelf. We hadden elk ons eigen popje gekregen. We hebben het destijds bemerkt, maar beseften op een heel andere, diepere manier dan met het dagelijks bewustzijn, wat er gebeurde. Het is namelijk iets 'heiligs'. Ook Vasilisa moet het verborgen houden, slechts in haar eigen kamertje er mee praten en het voeden. Je weet het in je hart, en slechts in meditatie, gevoed door je eerbiedige aandacht, kan het popje eten en je antwoorden. Bij Vasilisa is dit volledig bewust; zij bidt of mediteert, verbindt zich met moeders zegen zoals Assepoester die het graf van haar moeder blijft bezoeken.
2 het nieuwe huwelijk van de vader, het gepest worden.
Na zijn rouw hertrouwde de koopman met een vrouw, die al twee dochters had, van Vasilisa's leeftijd. Deze vrouw en haar dochters plaagden Vasilisa en lieten haar het zware werk doen omdat ze jaloers waren op haar schoonheid. Vasilisa deed alles zonder klagen en werd steeds mooier, terwijl de moeder en de zusjes door hun boosheid steeds lelijker werden.
In de eerste scène ging het over dood, het stoffelijke lichaam, en leven, gedragen in het levenslichaam, maar hier gaat het over drie vrouwelijke aspecten, dus over het zielen 'lichaam'. Dat is een wonderlijke uitdrukking, want is een ziel niet juist het tegendeel van een lichaam? Wat betekent dat woord? Wanneer je lichaam begrijpt als structuur, is het stoffelijk lichaam de vorm, waarin de structuur van de persoonlijkheid in de stof zichtbaar wordt. Het levenslichaam is dan de structuur, waarin het leven van die persoon georganiseerd is, en het zielenlichaam is de structuur waarin de ziel van die persoon zich moet gaan verwerkelijken. De vader, de geestelijke bron van Vasilisa, reikt haar door zijn nieuwe huwelijk deze structuur voor dit aardeleven aan. Toch bestaat het uit elementen die Vasilisa zelf heeft opgebouwd in vorige levens.
Ze zijn ouder en daarom al ervarener in het aardse bestaan. Vasilisa in dit nieuwe leven nog niet; zij moet dus leren en dienen. De hemelse ziel van de eigen moeder is in dit nieuwe huwelijk vervangen door haar aardse representant. Wij allemaal zijn opgescheept met wat we in onze vorige levens en tussen de levens in, van onszelf gemaakt hebben. We moeten het doen met de geïncarneerde persoonlijkheid, zoals deze door aardelevens heen geworden is en de daar symbolisch ideaal bij passende aardse moeder. Dit zijn de representanten van het zielenlichaam, de moeder, en haar twee oudste dochters, de reeds gevormde gewaarwordingen – ziel, die met spelden als sterrenlichtjes haar kant klost, en de verstands- en gemoeds - ziel die met de twee pennen van afnemende en wassende maan, het verstand en het gemoed sokken breit om op aarde op twee voeten warm omhuld te kunnen gaan en staan. De jongste en nieuwste spruit van de ziel is Vasilisa, de jonge bewustzijnsziel. Zoals de gewaarwordings – ziel bouwt op het zielenlichaam (haar moeder) en de verstands- gemoedsziel op het levenslichaam, dat enerzijds (of eerst) de organen opbouwt en anderzijds afbreekt (of daarna) het denken vorm geeft, zo moet de bewustzijnsziel groeien op de dode materie, op het fysieke lichaam zelf. Op de zintuigen dus en de botten ofwel het skelet, die elementen, die samen met het ijzer, dus ons rode bloed de meest minerale onderdelen van ons lichaam zijn.
Simpel bekeken staat de oudste dochter voor het denken, de tweede voor het voelen en Vasilisa voor het willen. Voor de toekomst is de ontwikkeling van de wil nodig en het werken. De oudere krachten maken de plannen en de wil gehoorzaamt en werkt.
3 hoe het popje helpt
Dat kwam omdat Vasilisa het popje 's avonds haar eigen bewaarde eten gaf en dan haar nood klaagde, en dan deed de volgende dag het popje het zware werk.
Het popje is het prachtige symbool voor ons stoffelijke lichaam. Het lichaam zonder welk wij niets op de aarde zouden kunnen uitrichten! Alles wat wij op aarde doen, doen we in de stof. Alleen met stoffelijke benen kunnen we op de aarde lopen en alleen met stoffelijke handen kunnen we werken in de stof. De bewustzijnsziel is het zielendeel, dat zich daarvan bewust moet worden. Haar opgave is dit vanuit de geest te kunnen doen. Dat kan alleen als het haar lukt de verbinding met haar geestelijke moeder vast te houden, verborgen, diep in haar innerlijk. In mijn textiele werkje verbergt ze het popje in haar hart. In het sprookje sluit ze zich op in haar kamertje. Dat is òf in de meditatie, bewust, òf in slaap. Meestal slapen in het sprookje de anderen al, maar Vasilisa is nog wakker: zij bewaart het beste voedsel voor het popje. Rudolf Steiner heeft daarover iets bijzonders verteld: het edelste minerale deel van ons voedsel komt terecht in de hersenen, bij de pijnappelklier, waar het verbonden wordt met het edelste der zintuiglijke indrukken. Dat is de graal. De graalsburcht bevindt zich in de schedel, en van daaruit voltrekt zich het wonder van het na elke slaap in een verkwikt stoffelijk lichaam wakker te worden. Mediteren is wakker slapen.
Het gaat goed met haar want ze vergeet haar hemelse afkomst, haar eigenlijke moeder, niet! Ze laten haar al het zware werk doen zodat ze mager en vies bruin zou worden, maar van het werken krijgt ze spieren en het popje laat haar een kruid tegen een verbrande huid zien. Ze wordt een mooie jonge vrouw. Terwijl haar lichaam het zware werk doet geniet haar ziel in dankbare rust van de schoonheid der natuur. Haar ziel wordt daardoor steeds schoner. De volwassen wordende bewustzijnsziel betekent echter ook dat de mens zo diep moeten indalen in het aardse gebeuren, dat niet alleen de dood maar ook het kwaad ervaren moet worden, dat woont en werkt in het onderbewuste. Antroposofisch bekeken was de opdracht van de verstands - en gemoedsziel om zich met leven en dood uiteen te zetten, maar is het de specifieke taak van de bewustzijnsziel het boze te leren kennen. Pas wanneer je het boze doorziet (en dat vereist continue waakzaamheid) kun je er niet door worden 'opgegeten'.
4 ze wordt huwbaar en de moeder verhuist naar het bos met de Baba Jaga.
Toen de meisjes op huwbare leeftijd kwamen, wilden de jonge mannen alleen maar Vasilisa als vrouw en dat konden de moeder en haar dochters niet verdragen. De vader ging op reis en de moeder verhuisde met de dochters naar de rand van het donkere bos, waarin de Baba Yaga woonde. Die at mensen alsof het kuikentjes waren, zodat het zeer gevaarlijk was dat bos in te gaan. De stiefmoeder stuurde Vasilisa steeds het bos in, maar het popje zorgde er voor, dat ze uit de buurt bleef van de heks. De stiefmoeder en stiefzussen, de krachten die tot dan toe het zielenbestaan leidden, zeggen echter dat de zussen eerst zelf ook getrouwd moeten zijn. Dat kan kennelijk alleen als ze hun mooie stiefzusje voorgoed kwijt raken. Ze weten niet beter of iedereen wordt door de Baba Yaga opgegeten en ze willen dat gebruiken. Of zouden zij onbewust weten dat de jongste zus dit zal moeten ervaren? Ze gaan er speciaal voor verhuizen en sturen Vasilisa steeds het donkere bos van het onbewuste in. Maar die heeft een bewustzijn, dat haar nog zo lang mogelijk beschermt. Ze kan wachten.
5 de drie meisjes krijgen een taak voor de avond en de zusjes doven de kaars en sturen Vasilisa naar de Baba Jaga om vuur te halen.
Toen werd het herfst en de moeder en haar dochters zetten een val op voor Vasilisa. De drie meisjes krijgen een handwerktaak, de stiefzusjes kantklossen en kousen breien en Vasilisa moet spinnen. Dan dooft een zusje stiekem de kaars, zodat ze geen licht meer hebben. Ze hebben geen vuur meer en dus ook geen licht. Daar de één nog licht van haar glinsterende spelden (vanuit het onstoffelijke zielenlichaam) heeft en de ander van haar breipennen (het onstoffelijke levenslichaam), maar Vasilisa niets (materie heeft niets meer dan zichzelf, de dood), moet zij nu naar de Baba Yaga om vuur te gaan halen. Ze duwen haar daartoe de kamer uit. Op haar kamertje voedt ze het popje en klaagt, dat Baba Yaga haar nu zal gaan opeten. Het popje zegt, dat zolang ze het popje bij zich heeft, de heks haar geen kwaad zal kunnen doen. Dan gaat ze het donkere bos in, bevend van angst.
Tenslotte laten de zussen opzettelijk de laatste kaars van het bewustzijnslicht uit het verleden uitdoven. Zijzelf weten van de gevaarlijke krachten van de Baba Yaga en blijven uit de buurt; ze teren nog op hun lichtkrachten uit het verleden, maar Vasilisa zal het licht voor de toekomst moeten gaan dragen en dat zelf aan de Baba Yaga, waar mensen sterven als kuikentjes, moeten zien te ontlokken. Verenigd sturen de stiefmoeder en haar breiende en kantklossende dochters zo het meisje weg, het donkere bos in, om nieuw licht te halen. Het licht voor de toekomst. Het sprookje is heel precies: Vasilisa breit niet en ze klost ook geen kant. Beide gebeurt met al kant en klaar gesponnen garens.
Vasilisa spint, dus moet zelf - nieuwe - garens gaan maken. Wat is spinnen? Hierbij wordt het oude, door de natuur geleverde materiaal verzameld en bewerkt tot er slechts vezeltjes zijn overgebleven. Dat kunnen vezels zijn van gehekeld en gerepeld vlas of de vezels van afgeschoren schapenvacht. Hier gaat het om het verwerken van talloze zintuiglijke indrukken te verwerken tot samenhangende gedachtegangen. Waarin je de draad niet kwijt raakt. Later, pas na haar verblijf bij de Baba Yaga, zal Vasilisa ook gaan weven, waarbij de ene dimensie van een draad overgaat in de twee dimensies van het doek, en hemden gaan naaien, waarbij de tweedimensionale lappen aaneengezet worden tot een ruimtelijke vorm, die precies een mens omhullen kan. Pas daaraan wordt zij dan als volwassen bewustzijnsziel herkend, dus als bijzonder waardevol en de tsaar, het hogere of toekomstige ik wil haar dan trouwen.
6 ze gaat op pad, ziet de ruiters en het hutje.
Er galoppeert een wit paard met witte ruiter voorbij en dan wordt het dag; er komt een rode ruiter voorbij en de zon komt op. Ze loopt de hele dag en dan nog de hele nacht en weer een dag. Pas als dan weer de avond valt komt ze bij een open plek in het bos, waar het hutje van Baba Yaga staat. Er is een hek omheen van menselijke botten met schedels erop. De deurposten zijn mensenbenen, de grendels mensenarmen en het slot is een menselijke mond met scherpe tanden. Nu komt er een zwarte ruiter aan die in het hutje verdwijnt en het wordt nacht.
In de zegels van de Apocalypse in de bijbel kom je de paarden tegen in de volgorde van de Baba Yaga: Het eerste zegel: er komt een wit paard, en die erop zat had een boog en hij kreeg een kroon en trok uit om te overwinnen. Het tweede zegel: er kwam een rossig paard, en die erop zat werd gegeven een groot zwaard en om de vrede weg te nemen van de aarde, opdat allen elkaar zouden afslachten. Het derde zegel: een zwart paard, en die er op zat had een weegschaal, en woog alles eerlijk af tegen zijn waarde. Mellie Uyldert zegt: zwart is de materie; wit is het leven, rein en puur, dus als geest en als pure levenskracht. Rood is de ziel, vuur van liefde en van haat en van hartstocht. We hebben in dat geval hier als paarden eerst het paard van het pure leven, dan het paard van het vurige voelen en dan het paard van de dood, de pure stof.
Wanneer we enkel naar Vasilisa zelf in haar opgroeien zien, herken je in haar zelf ook deze kleuren: de witte reinheid, het leven onder moeders zegen, het beeldschoon worden in het veelbelovende rood en in het zwart nu haar gang door de donkere nacht, door het donkere woud, naar de heks.
7 de heks komt thuis en geeft opdrachten, die goed moeten uitgevoerd, anders wordt ze opgegeten.
Maar opeens lichten de ogen in de schedels op en wordt het helder licht en Vasilisa verstijft van angst. Een enorm lawaai, krakende bomen en ritselende bladeren en daar komt Baba Yaga, vliegend in haar vijzel, roeiend met de stamper en haar sporen weer uitwissend met haar bezem. Ze snuift en schreeuwt: 'Hé, ik ruik een Russisch mens! Wie is daar'? Vasilisa vertelt wie ze is en dat de stiefzusters haar hebben gestuurd om vuur te halen. De heks antwoordt, dat ze het vuur krijgt als ze een poosje naar tevredenheid voor haar werkt; doet ze niet goed haar best, dan zal ze worden opgegeten. Vervolgens beveelt ze de poort open te gaan en gaat fluitend naar binnen, Vasilisa volgt haar. Ze krijgt meteen haar eerste opdracht, ze moet de heks brengen wat er in de oven staat. Vasilisa steekt een stukje hout aan met vuur uit de schedels van het hek en begint alles bij Baba Yaga te brengen. Het is genoeg voor tien mensen! Uit de kelder haalt ze kwast, honing, bier en wijn. Voor Vasilisa blijft wat soep, brood en vlees over. Ze geeft voor het slapen gaan Vasilisa de opdracht voor de volgende dag: erf en hut vegen, wassen, koken en naar de voorraadschuur gaan en er een kwart van de tarwe uit halen en alle zwarte korrels er uit halen. Het moet klaar zijn als ze terug komt, anders eet de heks haar op.
Vasilisa klaagt haar nood aan het popje, dat antwoordt: 'eet, bid en ga slapen. De ochtend is wijzer dan de avond'. Vasilisa ziet de volgende morgen hoe de heks vertrekt, en kijkt dan de hut in, wat is die groot. Maar dan is opeens al het werk gedaan en Vasilisa hoeft alleen nog maar te koken. Als Baba Yaga terug komt ziet ze tot haar spijt, dat er geen enkele reden is om boos te worden. Dan roept ze haar drie trouwe dienaars en dat blijken drie paar handen te zijn. Zij krijgen opdracht de tarwe te malen. Na het eten geeft Baba Yaga de volgende opdracht aan Vasilisa: hetzelfde als de eerste dag maar nu geen tarwe, maar maanzaad uit de voorraadschuur en daar van elk korreltje de aarde afvegen, want een boos iemand heeft aarde door haar maanzaad gegooid.
We bekeken de indrukwekkende tekening van het staan voor het doodenge heksenhutje in het donker, die één van ons gemaakt had. Het bijzondere aan deze scène was voor haar de vanzelfsprekendheid waarmee Vasilisa gehoorzaam was aan haar lot. Maar het stil blijven staan hier doet ze niet bewust. Het sprookje zegt duidelijk dat ze verstijft van angst en geen kans ziet weg te rennen. Is het eng?
Het zijn doodsbeenderen, want het gaat hier om geheimen van de stoffelijke natuur, en dat is de rondgang van de dode stof, het leven in en het leven uit. Daar brandt het vuur van de zomerzon, van de hartstocht en de begeerte, en ook het vuur van de haat, het vuur dat alles verschroeit en waar slechts wat as van overblijft. Soms ook het reinigende vuur, dat het bekendst is van de hoogovens, waar de metalen uit hun ertsen bevrijd worden. Zuiver metaal kan dan zo sterk verhit worden dat het verdampt. Als het dan neerslaat komen bloemen of zuivere kristallen tevoorschijn. Wat blijft er over van de hartstocht der verliefdheid? Wat zie je als je in de spiegel van je eigen hartstocht kijkt?
Dood en hartstocht. De deurposten zijn mensenbenen en het slot is een mond met scherpe tanden. Het gebit kan elk voedsel kapot bijten. Het slot, de mond, is van een mensenlichaam een opening waar zowel iets naar binnen als naar buiten kan gaan. Door de mond komt voedsel naar binnen en woorden naar buiten. Je kan er ook hartstochtelijk mee kussen. Het gat tussen mensenbenen is de plek waar normaalweg verschillende andere lichaamsopeningen te vinden zijn. Het afval van de menselijke vertering komt hier naar buiten. Alles wat verteerd is, is 'verbrand'. Door de vagina kan een man zich met een vrouw verbinden, dan komt er zaad naar binnen terwijl er bloed, maar soms ook een kindje naar buiten komt.
Zowel woorden als een kindje zijn geheel nieuw en onvoorspelbaar. Hebben zij ook specifiek iets te maken met de bewustzijnsziel, dus met de ontmoeting van het boze? Zou dat betekenen, dat het Boze ook iets met creativiteit te maken heeft?
Laten we wel zijn: de heks eet mensen als kuikentjes, maar wat doet ze met de resten? Ze maakt een hek met palen en daarop schedels, waarin vuur. Het vuur in je schedel is het vuur van je geest. Het onsterfelijke wezen van de mens, dat tijdens je aardeleven waarnemend denkend actief is binnen je schedel, maar na het sterven als vrucht en zaad naar de geestelijke wereld, het eigenlijke vaderland, moet verder reizen, wordt door de Baba Yaga vastgehouden. Het zijn de geesten van de gestorvenen, die door haar worden gedwongen verder te leven als schijnmens, verstard tot een paal met een schedel, als waarschuwing, markering en wachter van haar privé – gebied. Zij beschikt over hun vuur: het licht op als zij weer thuis komt. Dat is haar doel en daar gaat het haar om: de menselijke geest te vangen en te gebruiken voor zichzelf. Welke mensen worden haar slachtoffers? Het ziet er naar uit, dat dit vooral onwetende slachtoffers zijn; gehoorzaam vuur. Vasilisa weet dit niet bewust, maar zelf staat zij er in eerste instantie net zo naast: verstijfd van angst. Zal zij zich uit die verlamming kunnen bevrijden?
Baba Yaga zit in de vijzel, op zich een beeld voor de vrouw, de baarmoeder, of voor de ziel zelf. Ze stampt met de stamper, wat een fallus-symbool kan zijn, maar ook een kloppend hart, of een aankloppende geest. Ze raakt daarbij niet de aarde, maar roeit ermee door de lucht. Is ze dus toch een onstoffelijke creativiteit? Ja, hier in het woud van het onderbewuste woont een wezen dat klopt in de lucht om de aarde heen. Daar blijven, in de lucht dus, sporen van achter, die ze met de bezem uitwist. Het moet dus ongezien blijven, dat ze ergens was ofwel het moet geen herinnering worden, maar in het 'nu' blijven.
Het huis van doodsbeenderen en schedels vol vuur. In het diepe onbewuste van het donkere woud. Wat is het voor een plek? Steiner zegt in de cyclus over de mens als klankharmonie, dat onze botten zijn opgebouwd uit angst, – inderdaad voel je bij angst die hele samentrekkende beweging in je ziel, dat verdichten. Als je je dat voorstelt tot het niet meer dichter worden kan, dan ben je zo hard als een bot. En ons voort springende bloed bestaat zoals het bestaat dankzij de haat of het egoïsme. Hierbij moet je weten, dat in de embryologie al heel lang geleden is vastgesteld, dat het bloed al heel vroeg door het embryo heen stroomt, al lang voordat er bloedvaten omheen ontstaan, en veel eerder dan dat het hart ontstond. Het heeft die 'drive' die vurige levensdrift al vanaf het allereerste begin. Bot en bloed vormen binnen het stoffelijke lichaam een soort tegenstelling omdat bot het meest koud en verdicht is en het bloed het meest warm, vrij, beweeglijk en naar de periferie trekkend. Dat, die twee elementen die de basis zijn van onze dode vorm, de harde botten, en van ons leven, het zuurstofrijke bloed, zijn de plekken waar angst en egoïsme iets goeds doen. Ze moeten daar echter in het stoffelijke lichaam blijven om als instrument de menselijke geest te dienen, en mogen niet zelfstandige krachten in de ziel gaan optreden. Komen ze in de ziel, dan manifesteren ze zich als angst en haat, de krachten van het boze. Wat je in vorige levens tekort schoot, of verkeerd deed of onschuldig moest lijden, het krijgt alles een nieuwe kans in een nieuw leven in het nieuwe lichaam. Maar het kan je ook opvreten.
Er zal dus een zekere beheersing nodig zijn van de zielen - krachten verstand, gevoel en goed waarnemen en oordelen. Dat ze dat kan zal ze moeten bewijzen. En het lukt haar om een buiging te maken, zich voor te stellen en te zeggen waarvoor ze komt. Dat is al onvoorstelbaar moedig. Die open confrontatie aan te gaan. Zij mag dan ook, zegt de heks, inderdaad het lichtende vuur mee naar huis nemen, maar moet eerst opdrachten uitvoeren. Vasilisa moet het eten uit de oven halen, omdat de heks honger heeft.
8 alles gaat goed dankzij het popje en Vasilisa zwijgt, maar kijkt goed.
Het gebeurt dan net als op de eerste dag en Baba Yaga geeft haar drie dienaars nu opdracht olie te persen uit het maanzaad. Baba Yaga gaat eten en Vasilisa staat er zwijgend naast.
De eerste proef. Dit soort werk is haar vertrouwd. De eerste proef, geheel zonder popje uitgevoerd, heeft die soms iets te maken met het witte paard van de dag? Datgene wat ze dienend als kind geleerd heeft en nu bij vol bewustzijn beheerst? Ze kan ook nog het vuur ontsteken, opdienen en ze haalt er drinken bij vanuit de kelder. Hoewel de heks haar slechts vroeg het eten uit de oven te halen, voegt ze uit eigen beweging iets toe: warmte toe vanuit de schedel, en koelheid uit de kelder. Dat blijkt een overvloedige maaltijd te worden. Leven. Zou dat bij iedereen zo zijn gegaan? Of ligt het aan Vasilisa? Vasilisa haalt niet alleen iets uit de oven (haar hart?), maar voegt warmte uit haar denken (de schedel) en koelheid uit haar willen (ze gaat hier de kelder in! ze is cool! ) er aan toe. Zij schept hier overvloed. Genoeg voor tien mensen. Dat kennen we van zaad, zoals bij een graankorrel goed te zien is, want de ene korrel die sterft in de grond, brengt een aar tevoorschijn, die zeker het tienvoudige bevat. De heks is verzadigd en kan een kleine, maar volledige drievoudige maaltijd voor Vasilisa overhouden. De eerste test heeft ze gehaald. Geen dood voor Vasilisa, maar leven voor de heks en voor Vasilisa zelf. Het witte paard. Het etherlichaam is rein als de planten, die aan leven en groeien genoeg hebben. De enorme maaltijd kan diezelfde pure groeikracht symboliseren. Het eerste is dus: de heks, het boze, dat dood maakt, moet gevoed worden. De zuivere gewaarwordingsziel heeft als basis een rein gewaarwordingslichaam, gevoed door het reine etherlichaam.
Voor de tweede proef moet ze in het eerste reinigen korrels met kiemkracht scheiden van dode, zwart geworden korrels. Heeft dit iets te maken met het bloed of het rode paard? Op zich zou vurigheid namelijk wel passen bij een zwart- wit wereld. Zoals planten slechts een levenslichaam hebben, hebben dieren een ziel, een binnenwereld. Een ziel, die een hele wereld omvat, een hele micro-kosmos, een astraal lichaam, dat binnen het levende weefsel holtes maakt. Het astraallichaam zorgt er voor, dat het zuivere groene plantaardige voedsel wordt vervangen door het rode bloed. Bij het rode paard hoort de hartstocht, hier is een ziel bij betrokken met emoties, driften en instincten. Hier wijkt alles voor het zelfbehoud. Behalve plantaardige zuiverheid, de witte korrels, komt daardoor ook dood en egoïsme in het organisme, de zwarte korrels. Die komen ook in de ziel en moeten door het bewustzijn herkend worden en uitgefilterd. De heks krijgt dit van de dood bevrijde zuiver witte graan, maar ze gaat het niet zaaien; ze laat het malen tot meel, maar niet in het daglicht van het gewone bewustzijn, maar op een verborgen plek. Hier spreekt het sprookje slechts van zichtbare handen, die gehoorzaam maar onzichtbaar verbonden zijn aan een onzichtbaar lichaam en die het graan meenemen naar een plek, die verborgen is voor het dagbewustzijn. Het verstand kan pas beginnen te werken nadat het stoffelijke lichaam een kant en klare pop geworden is en de vormkrachten niet meer nodig heeft. Dat kan zich pas bij het kind ontwikkelen na de dood van de moeder.
Het tweede reinigen: het boze wezen laat Vasilisa maanzaad, papaverzaad, heel kleine grijze korreltjes, schoonmaken, ze moet de aardekorreltjes eraf borstelen. In de eerste test zag ze het verschil tussen zwarte en witte graankorrels, nu scheidt ze aardkruimeltjes van maanzaadjes. Het eerste is aan de buitenkant goed te zien, maar aan de buitenkant zie je nauwelijks verschil tussen een maanzaadje en een aardkorreltje: je moet kunnen zien wat er binnenin zit. Het eerste reinigen kan het verstand betreffen, dat gebonden is aan de zintuigen. Het tweede betreft het gevoel, dat dieper gaat. Dit gevoel werd pas ontwikkeld na het beleven van de stiefmoeder, dus na het huwelijk van vader; wat een ander gevoel dan dat van de eigen moeder.... zo kan ze het maanzaad, zaad van de plant die vol melk zit, scheiden van het dode aardse. Gereinigd van al het aardse kan men dat persen tot heldere doorzichtige olie. Ook nu weer moet dat gebeuren op een plek buiten het gewone bewustzijn. De Baba Yaga lijkt de heerseres te zijn in een niet – aards bewustzijn. Wijst dat op de maan? De papaver bevat nog melksap! Vasilisa moet dus twee keer iets reinigen, graankorrels en maanzaadjes, het zaad van de natuur moet rein zijn. Terwijl graan sterk geassocieerd wordt met de zon, en het licht, gaat het hier om een plant met melk, maar ook met de slaapbol, de opium, die mensen kan laten dromen. Zij moet in beide bewustzijnslagen de situatie kunnen beheersen, dus zowel met de plant van het zonnelicht, het levende denken, als met de maanplant, het dromen.
Krijgt Vasilisa hier als huwbare vrouw een inwijding of voorlichting omtrent seksualiteit en voortplanting? Dat behoort daar zéker bij, het vruchtbaar kunnen zijn en het moederlijk kunnen voeden. Maar het gaat hier vooral ook om de ziel, niet om de lichamelijke voortplanting. Tussen de mensenbenen zijn geen schaamlippen en vulva, maar een mond met tanden. Dat wijst op de andere, nieuwere scheppingskracht in klanken en woorden. Het gaat om de scheppingskracht in de ziel. Het lichamelijke bestaat hier slechts als doodsbeenderen. Zij komt hier om het boze te leren kennen, de heks die mensen verslindt alsof het kuikentjes zijn. Ze moet zaadjes herkennen en reinigen, maar niet om ze te zaaien, doch opdat er iets anders uit kan ontstaan. Heeft het Boze te maken met onrein geworden creativiteit? Maar wacht, er lijkt nog meer getest te moeten worden. De derde proef:
9 ze stelt haar vragen en de Baba Jaga vraagt ook iets aan haar.
'Waarom zeg je niets? Ben je soms stom'? Vasilisa zegt, dat ze niks durft te zeggen, maar wel graag iets wil vragen. Dat mag, maar wie veel weet wordt vroeg oud, zegt de heks. Vasilisa vraagt alleen over wat ze onderweg had gezien: wie was de witte ruiter? Dat is mijn heldere dag, zegt de heks. Dan blijkt het rode paard haar rode zon te zijn en het zwarte paard haar donkere nacht. Samen zijn ze haar drie trouwe dienaars. Vasilisa denkt aan de handen, maar houdt haar mond. De heks zegt: 'Wat wil je nog meer weten'? Maar Vasilisa zegt, dat het genoeg is. Dat blijkt heel wijs, want de heks zegt, dat het maar goed is, dat ze niets vroeg over wat ze binnen in het hutje zag, want ze houdt er niet van als de vuile was buiten komt en dat ze al te nieuwsgierige mensen op eet. Dan vraagt ze op haar beurt hoe Vasilisa het klaar speelde om al het werk op tijd af te krijgen. 'De zegen van mijn moeder helpt me', antwoordt Vasilisa.
Derde test: ze weet wanneer ze moet spreken en wanneer ze moet zwijgen.
In feite zijn dit dus drie tests: de eerste gaat over vuur en voeding, en ze doet het zonder de hulp van haar popje. De volgende is twee keer gaat het om het scheiden van wezenlijk en onwezenlijk, eerst via zwarte en witte korrels, dus uiterlijke verschillen en dan via aardkorrels en de daar sprekend op lijkende maanzaadkorrels, dus innerlijke verschillen en de derde test gaat over de kracht van het woord.
Het popje is sterker dan de Baba Yaga. Dat wil zeggen...Baba Yaga wil haar krachten niet langer meten met Vasilisa, zodra ze weet, dat die 'de zegen van haar moeder' bij zich draagt (= popje). Wanneer het popje het gezegende, daardoor het 'heilige' stoffelijke lichaam is, is het inderdaad sterker dan de Baba Yaga, die slechts in de onstoffelijke wereld kan bestaan. Toch is Baba Yaga buitengewoon machtig. Zijn niet de Dag, de Zon en de Nacht haar dienaars? Het is een zeer confronterende gedachte, dat Dag, Zon en Nacht in dienst zijn van het Boze. Gelukkig is dat niet zo; het boze heeft echter haar eigen realiteit: mijn dag, mijn zon en mijn nacht. De ziel is een complete innerlijke wereld, je schaduw, het levende geheel uit vorige levens en het huidige verleden heeft een eigen realiteit.
Wij hebben het in de groep nu uitvoerig over wat de Baba Yaga zelf noemt de 'vuile was'. Heeft dat misschien te maken met de drie paar handen die met het gereinigde graan de kamer uitgaan, om het te malen, en met het maanzaad om het te persen? Want daar mag Vasilisa niet naar vragen. De heks suggereert daarmee, dat wat zij met die zo schone zaadjes doet, niet geheel zuiver is. Magie, die hogere krachten voor egoïstische doelen gebruikt, is zwarte magie. Dat zou men heel goed 'vuile was' kunnen noemen. Vasilisa is zo wijs, daar niet over te spreken of naar te vragen! Ze vraagt slechts naar het openbare (knipoog naar Goethe) geheim. De paarden, die iedereen in dat bos zou kunnen zien. In de antroposofie kennen we boven het gewone dagbewustzijn het imaginatieve bewustzijn, dus het heldere zien en dit kan beginnen in de bewustzijsziel. Daarbovenuit kan het bewustzijn nog verder groeien naar het heldere horen en het heldere voelen, die een weten betreffen van wat zich binnen in de dingen afspeelt en die bouwen op het etherlichaam en het astraallichaam, maar dat heeft meer tijd nodig. Vasilisa weet, dat ze nog niet moet willen horen over dingen die ze nog niet kan zien. Zij heeft zelfkennis en beseft de hoogte op ontwikkelingstrap, waarop zij is.
Dit gesprek is volgens mij de derde test.
10 het antwoord maakt, dat ze naar huis wordt teruggestuurd, mèt het vuur, dat de zusters hadden gevraagd.
De heks wil haar nu onmiddellijk kwijt, want gezegende mensen kan ze missen als kiespijn. Ze geeft Vasilisa een schedel met gloeiende ogen, gestoken op een stok, mee voor de stiefmoeder. De schedel geeft haar licht in het nachtelijke bos. Pas de volgende avond bereikt ze het huis.
Verder bespreken we het feit, dat Baba Yaga de stiefzusters kent, maar Vasilisa niet. Zijn die zusters familie? Of, stel dat Baba Yaga een overgebleven kracht uit Atlantis is, zijn de zussen dan misschien ook zo oud? Dat zou kunnen verklaren, dat de jongemannen, als dragers van de krachten voor de toekomst, zich daar liever niet meer mee willen voortplanten. Wanneer zij gerijpt zullen zijn tot helder kunnen horen en tot helder kunnen voelen zullen zij een zeer grote schoonheid hebben verworven. Daarvoor is het echter nog te vroeg, maar misschien is dat ook niet hun interesse. Willen zij zich wel verder ontwikkelen of juist niet, en hebben zij daarom met het boze te maken? Groeien naar een nieuw stadium vraagt om het offeren van het oude, dat er al is. Willen ze Vasilisa zo graag kwijt, omdat die toekomstkracht in dat zusje hun eigen einde betekent?
11 de stiefmoeder en haar dochters krijgen wat ze vragen en Vasilisa zoekt een oude vrouw zonder kinderen en mag daar wonen.
Ze ziet dat er nergens een lichtje brandt en de vrouwen vertellen haar, dat sinds Vasilisa was vertrokken zij geen vuur meer hadden gehad. Ze konden zelf geen vuur maken, en wat de buren brachten, ging uit zodra het in hun huis kwam. Ze hopen dat het vuur van deze schedel wèl zal blijven branden. Dat gebeurt inderdaad, maar niet zoals zij bedoeld had: de ogen verbranden de stiefmoeder en haar dochters tot houtskool. Vasilisa begraaft daarop de schedel, sluit het huis en gaat naar de stad. . Ze vraagt een oude vrouw zonder kinderen of ze bij haar mag wonen en daar wacht ze op haar vader.
Dat ontlopen zij echter niet. Baba Yaga is eerlijk en concequent: Vasilisa heeft de opdrachten vervuld, dus krijgt zij het vuur mee, waar de zusters om gevraagd hebben. Het blijkt, dat in de groep de Baba Yaga door de meesten als het Lot wordt beschouwd, als dat wat je als je Karma overkomt en wat, hoe akelig ook, noodzakelijkerwijs beleefd moet worden. En wanneer je de heks ziet als draagster van Krachten van Atlantis, een magie die toen heel normaal was, maar nu niet meer, dan kan het Boze herkend worden als een kracht die te laat werkt. Een kracht, wier tijd al voorbij is. Vuur als creativiteit in hoofden, die al lang dood zijn.
Als je dat letterlijk zo neemt, zou het misschien precies passen bij de stiefmoeder en haar dochters. Immers, zij zijn creatief! Zij hebben een uitgekiend plan om Vasilisa bij de Baba Yaga te krijgen! Want het is een zorgvuldig opgezette val. Waarin wel degelijk ook dag, zon en nacht als dienaars hun rol spelen. En eerlijk gezegd, de creativiteit in het denken van mensen, is die niet vrijwel altijd in de richting van het directe persoonlijke eigenbelang? Sluwe listen, maar denk alleen eens aan reclame, met name ook op het internet, wat een creativiteit enkel maar om geld te verdienen! Dan zouden deze drie dus in de schedel met vuur hun eigen aard moeten herkennen. Gebeurt dat ook?
Men zegt wel eens, dat uiteindelijk het kwaad zichzelf vernietigt en zegswijzen zoals 'Wie een kuil graaft voor een ander....' duiden daar ook op. De zusters krijgen waar ze om vroegen en in feite is dat de confrontatie met jezelf. Die komen we allemaal tegen wanneer we de dood in de ogen moeten kijken. Vasilisa heeft dat gedaan omdat ze moest. Het was haar lot. Moeder en zusters echter hebben het door een list via een ander als het ware cadeau willen krijgen. Of beter gezegd: ze hoopten, dat Vasilisa werkelijk zou sterven. Wat betekent hier echter sterven? Moet niet iedereen voortdurend iets van zichzelf laten sterven om het volgende stadium geboren te kunnen laten worden? Moet niet iedere stap van ontwikkeling worden betaald met een stuk van het persoonlijke zelf, dat je er voor moet los laten?
12 ze gaat spinnen, weven en naaien en wordt daaraan herkend als bijzonder waardevol en de tsaar wil haar trouwen.
Ze wil ondertussen wat doen en vraagt om heel fijn vlas. Dat spint ze. Van een oud weefgetouw en de manen van een paard maakt het popje dan een prachtig weefgetouw. Toen het winter werd, was het weefsel klaar en zo fijn, dat het door het oog van een naald paste. In de lente werd het gebleekt. Vasilisa zegt tegen de vrouw, dat zij het mag hebben om te verkopen, maar de vrouw ziet dat alleen de tsaar zoiets kostbaars waard is. Ze gaat er mee naar het paleis en schenkt het de tsaar. Ze krijgt kostbare geschenken mee terug. Op het paleis blijkt niemand de fijne stof te kunnen verwerken tot hemden en men gaat op zoek naar de oude vrouw en brengt haar naar het paleis. Ze zegt dat haar pleegdochter het geweven heeft en de tsaar vraagt of die er dan ook twaalf hemden van kan naaien.
Dat gebeurt en als het vrouwtje die naar de tsaar brengt wast Vasilisa zich, kamt haar haar en kleedt zich mooi aan en gaat voor het raam zitten wachten. Ze wordt gehaald en zodra de tsaar haar ziet wordt hij tot over zijn oren verliefd op haar. Hij pakt haar witte handen vast, laat haar naast zich plaats nemen en trouwt met haar. Dan komt ook haar vader thuis en hij en de oude vrouw blijven bij haar in het paleis wonen. Het popje droeg ze de rest van haar leven in haar zak.
Ze zoekt een oude vrouw zonder kinderen. Wat is dat voor een kracht? Het zou kunnen dat dit het symbool is voor de algemeen menselijke ervaringen van vrouwelijke krachten. Dus dat, wat zielen in vrouwenlevens hebben verwerkt, maar niet egoïstisch gebruikt hebben. Zij heeft geen kinderen, omdat kinderen geen bezit kunnen zijn, en draagt dat geduldig. Dan komt daar zomaar opeens dat beeldschone kind, het vrouwelijke, dat de eerlijk verdiende en gezegende toekomst draagt, zèlf aankloppen en vragen of ze hier mag komen wonen. Die twee passen perfect bij elkaar!
Het oude vrouwtje van ervaring wordt een dienares, een soort boodschapster. Met haar ervaring weet ze de grondstoffen te bezorgen, die Vasilisa, de bewustzijnsziel, nodig heeft, om het geestzelf te kunnen gaan dragen. Ze weet ook de plek te vinden, waar Vasilisa's werkstukken terecht moeten komen. Bijna zou je denken, dat zij het aardse kleed of aardse lichaam is van de hemels geworden ziel, die Vasilisa geworden is, nadat zij bij de dood in huis heeft gewoond.
Hiermee bedoel ik dat wanneer de stiefmoeder en oudere stiefzusters al overleden zijn ook Vasilisa's eigen lichaam inmiddels een oud vrouwtje was geworden, waarin haar ziel zich echter nog steeds mooier en sterker kon ontwikkelen, ook al was zij -Vasilisa's ziel- zich bewust van haar niet – aardse, hemelse afkomst. Hoe lang was zij bij de Baba Yaga? Zij was er in het sprookje net zo kort als dat de gestorven Christus in zijn graf bleef. Nedergedaald ter helle, zegt het Evangelie, het engelenwoord, en ten derden dage wederom opgestaan. Je zou hier kunnen gaan denken, dat Vasilisa ook zoiets doormaakte, maar dat dit in aardse ervaringen een veel langere tijd is, die zij wel op aarde verder leefde.
Zintuigindrukken zijn losse vezels, die als voorstellingen door je hoofd zweven, soms flitsend snel, soms traag en laag. Leer je ze met elkaar te verbinden, ga je lijnen zien. Alsof letters tot woorden worden, die levende letters van het Levende Wereldwoord, waar je middenin als mensenkind geboren werd. Dan leer je draden spinnen fijner dan van materie.
Draden zijn het die woord aan woord spinnen en gedachte aan gedachte. Je kunt de gedachtenlijn volgen en ziet de rode draad. Het denken en spreken zijn zuiver geworden. Het denken is vrij geworden en volgt slechts de inhoud er van: het denken neemt waar.
Wat is een kleed, hiervan geweven? Het bestaat uit elkaar steeds weer kruisende draden. Zó geduldig en recht gelegd en ritmisch over- en onderdoor gehaald. Dit ritmische werk schept een nieuwe dimensie. Het is als ademen en het is als gaan zingen. Het zijn geen simpele causale gedachtengangen meer, maar je ontdekt, herkent en ontwerpt een hele 'analoge' structuur. Het vormt daardoor een vlak, dat is geen harde, maar wel een levende bodem. Het is muziek voor wie het wil horen. Het is dichten en meer dan slechts de woorden, er ontstaat een bodem die leven is. Grassen gaan groeien en planten. Er is een horizon. Het voelen is even zelfloos geworden.
Waar vinden we een kleed, dat door het oog van een naald past? Dat is een beeld, dat we in het bijbelverhaal ergens tegenkomen. Namelijk in de woorden, dat een kameel makkelijker door het oog van een naald kan komen, dan dat een rijk mens in de hemel kan komen. De aardse rijkdom past niet door het oog van deze naald. Aleen het zelfloos geworden willen, dat alle aardse stof kan loslaten: dit levende kleed, dat van hier tot aan de horizon met planten en bloemen is bedekt, het past er doorheen.
Dat kleed, dat zo fijn is, dat het dunner dan aardse stof is geworden, wie kan dat dragen? Weet U nog van die andere nieuwe kleren voor een keizer, die van Andersons sprookje? Hij droeg de kostbaarste kleren die er bestonden, maar noch hij, noch ook maar één van zijn onderdanen, konden dit onstoffelijke weefsel al zien. Hij wilde dat terwijl hijzelf, noch al zijn volgelingen er nog niet rijp voor waren. De enige, die dat besefte was een kind. Maar deze tsaar ziet het wèl. En ook stap voor stap.
In de winter is dit weefsel klaar en in de lente wordt het gebleekt. Het dichten en vlechten, het weven van de lijnen in elkaar, het is een gebeuren in de tijd. Maar het is een bodem voor een nieuwe wereld. Het vrouwtje herkent dit en zij weet waar het heen moet. Het is het hogere zelf, dat wacht op zijn op aarde gegroeide geheel nieuwe bodem en land...
Deze tsaar herkent het. Ook kent hij de wetten van de ontwikkeling.
Want wat zijn nu de uit deze kleden genaaide hemden? Zij zijn driedimensionaal; het zijn ruimtes, soepele ruimtes waar je in kunt. Het betekent ook, dat de bodem niet vlak meer is. Dat je hoogten en diepten leert kennen en goed en kwaad. Onderscheid tussen dood en leven, zwart en wit en spreken en zwijgen. Het is een prachtig beeld voor de ziel, die nu ook rijp wordt voor het hoogste bewustzijn, het intuïtieve. Twaalf op aarde geweven sterrenkleden zijn het, zoals die waarin de zon zich hult in haar gang door het jaar. De zon, als beeld voor het hogere zelf, kan nu deze kleden nieuw leren kennen, namelijk heengegaan door een ziel op aarde. In de volle betekenis van ook door de dood. Pas als de hemden klaar en goed bevonden zijn, laat hij Vasilisa halen. En ja, dan komt ook haar vader terug van zijn lange reis. Zowel hij als de oude vrouw, in feite de geheel zelfloos geworden 'moeder', de eigen innerlijke aardse moeder- ervaringen, mogen dan, evenals natuurlijk het popje, in het paleis blijven wonen. Het nieuwe huis voor de vergeestelijkte bewustzijnsziel, het geestzelf.
Een korte astrologische blik: Vader is koopman, dus in zijn werk gaat het om de waarde van dingen. Het sprookje begint nadrukkelijk met dat hij 'twaalf jaar getrouwd was – en maar één dochtertje had – dat acht jaar is als moeder sterft. Wanneer we het jaar zien op de aardse kalender is de achtste maand augustus. Astrologische gezien is dat met de zon in het teken Leo, Leeuw. Het kalenderjaar is dan begonnen met Januari in het atrologische teken Steenbok, het eerste aarde – teken, wat nogmaals kan wijzen op het belang van het element aarde, de fysieke materie. Het koninklijke of vaste vuurteken, de stabiele situatie van Vasilisa's eerste acht jaren, is Leeuw en daarmee begint het sprookje. Als moeder sterft, geeft ze haar dochter een popje, het fysieke lichaam, en daarmee begint het teken Maagd, het beweeglijke aarde element, het dienende en verwerkende aarde – teken. Het dienen begint volop met het tweede huwelijk van vader en de hulp van het popje, en zodra Vasilisa (aarde-) rijp wordt, de volwassenheid bereikt, wordt ze in het geleerde beproefd. De drie oudere zielenkrachten blazen het laatste licht uit en Vasilisa moet het donkere bos in naar Baba Yaga. De op stokken staande schedels met vuur erin, daarmee begint het. Het vuur binnen de materie. Dat is het vuur van de overlevingsinstincten puur. Dat is de hartstocht waarmee de baby huilt om voeding en warmte, zodra hij geboren wordt. Is dat te beheersen? Vasilisa toont dat al bij haar allereerste taak te kunnen en ze mag dan ook verder proberen. Het meest typische voor het teken Maagd is het sorteren, het controleren en onderscheiden van koren en kaf. Daaruit bestaan de twee volgende opdrachten. Dat ze die goed kan doen, ook de tweede, die al verwijst naar de diepte van de Schorpioen, verbaast de oude heks, en ze wil praten. Hiermee komen ze in het teken van de Weegschaal. Vasilisa weet inderdaad het verschil tussen binnen en buiten. De Schorpioen is ook gepasseerd en het Boze kan niet winnen. Hier weet de heks genoeg en mag Vasilisa gaan, waar ze tenslotte de schedel teruggeeft aan de aarde. Ze heeft nu het nieuwe vuurteken, Boogschutter, betreden en kan het pad vinden, met al haar verworven vermogens, dat haar nu leidt naar het vuur van de hemelse liefde. De geest – drift van het scheppen in geestelijke werelden, en het spirituele huwelijk.
Marianne Carolus
Roodkapje, de geschiedenis van een sprookje
over menselijke ontwikkeling
Roodkapje is een oeroud verhaal uit de verzameling sprookjes in Europa. Het sprookje is met ons meegegroeid en veranderd, en laat ons daardoor onze innerlijke ontwikkeling zien. Het innerlijke ontwikkelingsniveau werd tijdens het matriarchaat (ca 10.000- 3000 v. Chr) door vrouwen gedragen. Dit kwam ook tot uitdrukking in de natuurgebonden wijsheid van de Europese volken voordat de Romeinen Europa binnenvielen.
Van de Europese natuurvolkeren stamt de vroegste versie van Roodkapje. De Romeinen brachten hun (oude) goden mee, maar al snel werd het patriarchale Christendom staats-godsdienst. Daarmee kwam een nieuw Roodkapje tevoorschijn. Het bekendst is daaruit de versie van Perrault, die nog weet dat ze van moeder de Gans kwamen. Uit de 19e eeuw stamt de laatste versie, die we kennen van Grimm. Pas nu kunnen we deze drie stadia naast elkaar leggen en iets begrijpen van de ontwikkeling van de vrouwelijkheid of de ziel binnen de mens. Zie het boek Zin zien in zeven sprookjes